Iedere taal kent zijn eigen geschrift. De Egyptenaren hadden vroeger plaatjes die als alfabet dienden, de arabieren hebben vreemde kronkellijntjes en de chinezen hebben streepjes. Allemaal geven ze een letter of klank aan, waarmee woorden gevormd kunnen worden. Hierdoor hebben we boeken kunnen schrijven, kunnen we bloggen, posten op Facebook, brieven schrijven en ga zo maar door. Het gaat allemaal snel en je hebt zo een A4 volgeschreven. Het is maar wat handig zo'n alfabet. Maar wat als het alfabet (het geschrift) nooit was uitgevonden?
Het alfabet is heel handig. Je hebt in het Nederlands 26 letters. Hiermee kun je alle woorden maken en hele verhalen schrijven. Als deze zouden weg vallen wordt het moeilijk communiceren. We zouden wel gewoon kunnen praten. Maar als we dat dan op papier willen zetten wordt het al moeilijker. Braille kunnen we niet gebruiken. Want dat is ook gewoon het alfabet en dat bestaat dan tenslotte niet. We zouden niet kunnen schrijven. Stel je wilt dan iemand in Australië iets schrijven. Maar ja, er is geen geschrift. We zouden dus waarschijnlijk tekeningen gaan maken. Alles wat je wilde vertellen zou dan met een tekening gebeuren. Stel je hebt je arm gebroken en wilt dat in een brief aan je tante in Italië schrijven. Dan teken je dus een poppetje met een arm in het gips en een huil gezichtje bijvoorbeeld. Om af te sluiten teken je dan misschien een hartje of een kus mondje en probeer je jezelf na te tekenen zodat ze weten van wie de brief komt. Straatnamen werden dan met tekeningen weergegeven. De Rozenstraat zou dan een roos zijn met een weg. De Akerstraat zou al weer lastiger te tekenen zijn. Lesboeken zouden super dik worden omdat alles met plaatjes gemaakt moest worden. De vraag is of iedereen dan precies snapt wat er staat. Want het is natuurlijk gemakkelijk om een plaatje fout te begrijpen. Programmeren werd ook lastig, want hoe ga je dat doen zonder letters? Je zou een stuk langer bezig zijn met het schrijven, of beter gezegd tekenen, van teksten. Een boekje van 50 bladzijden zou je toch een hele tijd over doen. Iedereen moet toch wel een beetje kunnen tekenen, want anders is het niet "leesbaar". Het is wel zo dat een schilderij dan ook echt een heel verhaal kan vertellen. Zonder dat je er veel inlevingsvermogen voor moet hebben. Een vaas op een tafel met op de achtergrond een appel en peer kan misschien wel iets heel diepzinnigs betekenen. Waarschijnlijk zullen uiteindelijk de tekeningen erg versimpelen zodat er een standaard "tekenschrift" komt. Zoiets als de Egyptenaren hadden. Een kleine krabbeltjes zullen door iedereen hetzelfde getekend worden en zo ontstaat er dan toch een schrift. Misschien dat later de tekeningen steeds kleiner worden en er dan via een omweg toch weer letters zouden ontstaan. Misschien niet zoals we die nu kennen, maar dan in een andere soort. Maar stel dat gebeurt niet en we blijven dus allemaal tekenen. Dan zouden ook de toetsenborden van onze computers (als we die dan hadden) er heel erg anders uitzien. Misschien zijn het allemaal mini tekeningen die vaak voorkomen. En die je dan in een soort rebus neer kan zetten zodat ze weten wat het voor moet stellen. Het is lastig te zeggen wat precies zou gebeuren als we geen letters hadden. Het leven zou een stuk lastiger worden, gezien je niet meer even snel iets op kan schrijven. Zelfs boodschappenbriefjes worden ware kunstwerkjes als je alles zou moeten tekenen. Wie weet zouden we dan allemaal kleine van Goghs zijn of Picasso's.
Een leven zonder dat er een alfabet zou zijn. Geen letters alleen maar tekeningen. Misschien maken we wel tekeningen als de klank die je uitspreekt, of je tekent dat wat je daadwerkelijk wilt zeggen. Boeken zijn dan misschien wel drie of vier keer zo dik, want die tekeningen nemen waarschijnlijk meer plek in beslag dan normale letters. Straatnaamborden zullen ook een heel stuk groter zijn, en wellicht bestaan sommige namen niet eens omdat het te lastig is deze te vervangen voor een tekening. Misschien worden er wel nieuwe dingen bedacht om bepaalde dingen te kunnen schrijven. En misschien worden achternamen dan ook gewoon een willekeurige tekening. Iets abstracts of zo. Janssen word dan misschien 4 vierkantjes in elkaar gehaakt in verschillende kleuren. Schrijven zal waarschijnlijk niet vaak gedaan worden als het zo omslachtig moet gebeuren. De kans is daarom groot dat de tekeningen in de loop van de tijd toch vereenvoudigd zouden worden en dat daaruit een soort schrift ontstaat. Ik denk dat we blij kunnen zijn dat we het alfabet en het schrift hebben, anders was bloggen, tweeten en facebooken nu ook een stuk ingewikkelder!
woensdag 23 oktober 2013
zondag 22 september 2013
De wijze uil
Een uil heeft sterke zintuigen. Ze kunnen heel erg goed zien en heel goed horen. Daarnaast kunnen ze hun hoofd erg ver draaien. Ze zitten vaak stil en door de grote ogen lijkt het vaak of ze een bril ophebben. Maar vooral door de eigenschappen zijn ze geassocieerd met wijsheid. De Griekse godin van de wijsheid, Pallas Athena, benoemde de uil ook tot "vogel van de wijsheid". De uil is een imposante vogel, en wordt ook vaak gebruikt in verhalen als de wijze oude uil. In dieren verhalen zijn ze vaak "burgemeester" van een dorp. Maar waarom zien we nu juist de uil als symbool voor de wijsheid?
Je zou denken dat ik het antwoord eigenlijk al heb gegeven. Namelijk dat we ze zien als symbool voor wijsheid door zijn sterke zintuigen. Maar er zijn meer dieren die sterke zintuigen hebben. Honden kunnen de aardtrillingen horen voordat er een aardbeving komt. Varkens hebben een uitstekende neus om truffels op te sporen. En katten kunnen super goed in het donker zien. Maar toch associëren we deze dieren niet met wijsheid. Bij wijsheid denken we vaak eraan dat mensen veel weten. Dat ze veel kennis hebben, niet zozeer veel dingen kunnen of dingen heel goed kunnen. Grote wijsheden zijn bijvoorbeeld de Dalai Lama en Confucius. Deze weten veel en hebben vaak diepzinnige uitspraken. Een uil daarentegen weet misschien niet zo veel maar is heel goed in enkele dingen. Een uil kan ontzettend stil zitten. En die grote ogen blijven je dan heel lang aanstaren. Hun blik is vaak diepzinnig en lijkt oneindig te zijn. Daardoor lijkt het dat ze heel diep aan het nadenken zijn over dingen. Net zoals het lijkt of je diep nadenkt wanneer je beetje voor je uit de lucht in kijkt terwijl je over je kin wrijft. Door hun nadenkende blik en houding kan het dus zijn dat we hebben gezegt dat ze daardoor ook intelligent zijn, want ze denken veel. Want katten zien er niet zo heel erg slim uit, net als honden of varkens. Uilen zien er ook vaak uit alsof ze veel hebben meegemaakt en al oud zijn. Terwijl uilen eigenlijk maar ongeveer 3 jaar worden in het wild. Dus de wijze oude uil uit de verhaaltjes die al tientallen/honderden jaren oud is, is onzin. Het zou misschien logischer zijn als we de schildpad zien als symbool van de wijsheid. Ze zijn niet zo snel en als ze op hun rug liggen komen ze ook niet goed overeind. Maar ze kunnen wel echt honderden jaren oud worden. En in die honderden jaren maken ze ontzettend veel mee. Klimaatveranderingen, ontsnappingen aan vissersboten, verliefd worden, jonkies krijgen en ga zo maar door. Ze hebben dus veel kennis opgedaan en zouden dus erg wijze dieren zijn. Schildpadden kijken ook niet zo intelligent en hebben vaak niet zo'n krachtig uiterlijk als de uil. Maar ze bestaan ook al langer dan uilen. Maar toch is er gekozen voor de uil als symbool van de wijsheid. Het kan ook zijn dat de uil als wijs dier wordt gezien juist door zijn zintuigen. Want door zijn goede zicht en gehoor neemt hij veel dingen waar. Hij kan dingen zien en horen die anderen niet kunnen waarnemen. Dus hij weet veel van de dieren in het bos zou je denken. Net zoals in de verhalen, waar de wijze oude uil alles weet van de dieren in zijn rijk. Misschien is het wel omdat de mensen niet vaak een uil zien in het wild, en als ze hem zagen keek hij hen altijd erg doordringend aan, en was hij wakker. Maar ondanks dat uilen nachtdieren zijn, komen we ze toch wel eens overdag tegen terwijl ze wakker zijn. Dus lijkt het misschien alsof ze weinig slapen. En daar dus weer meer door weten. Of misschien komt het door de uilenballen. Omdat je daar veel informatie kan uithalen van wat ze gegeten hebben. Dat we dat associëren met de uil en dus met wijsheid die we eigenlijk dan zelf bezitten.
Uilen kunnen je ontzettend doordringend en nadenkend aankijken. Ze kijken bijna recht in je ziel. Hierdoor kan het zijn dat mensen ze zien als wijze dieren, want ze kunnen in je ziel kijken. Misschien is het wel door hun goede zintuigen, die beter zijn ontwikkeld dan bij andere dieren. Of het is puur vanwege het uiterlijk. De mooie verenkleuren, de grote doordringende ogen en het bijna helemaal kunnen ronddraaien van het hoofd. Andere dieren zijn ook wel mooi, maar lijken niet veel te weten. Om de leeftijd dat de uil kan worden, zal hij waarschijnlijk niet zijn gekozen tot symbool voor wijsheid. Want in 3 jaar tijd doe je minder wijsheid op als bijvoorbeeld een papegaai in tientallen jaren of een schildpad in honderden jaren. De uil komt over als de rust zelve, net als vele wijsheden. Je kunt ze goed afschilderen met een rond brilletje rond de grote ogen en een afstudeerhoed. Het is een imposant dier, maar persoonlijk zie ik liever de schildpad als symbool van de wijsheid.
Je zou denken dat ik het antwoord eigenlijk al heb gegeven. Namelijk dat we ze zien als symbool voor wijsheid door zijn sterke zintuigen. Maar er zijn meer dieren die sterke zintuigen hebben. Honden kunnen de aardtrillingen horen voordat er een aardbeving komt. Varkens hebben een uitstekende neus om truffels op te sporen. En katten kunnen super goed in het donker zien. Maar toch associëren we deze dieren niet met wijsheid. Bij wijsheid denken we vaak eraan dat mensen veel weten. Dat ze veel kennis hebben, niet zozeer veel dingen kunnen of dingen heel goed kunnen. Grote wijsheden zijn bijvoorbeeld de Dalai Lama en Confucius. Deze weten veel en hebben vaak diepzinnige uitspraken. Een uil daarentegen weet misschien niet zo veel maar is heel goed in enkele dingen. Een uil kan ontzettend stil zitten. En die grote ogen blijven je dan heel lang aanstaren. Hun blik is vaak diepzinnig en lijkt oneindig te zijn. Daardoor lijkt het dat ze heel diep aan het nadenken zijn over dingen. Net zoals het lijkt of je diep nadenkt wanneer je beetje voor je uit de lucht in kijkt terwijl je over je kin wrijft. Door hun nadenkende blik en houding kan het dus zijn dat we hebben gezegt dat ze daardoor ook intelligent zijn, want ze denken veel. Want katten zien er niet zo heel erg slim uit, net als honden of varkens. Uilen zien er ook vaak uit alsof ze veel hebben meegemaakt en al oud zijn. Terwijl uilen eigenlijk maar ongeveer 3 jaar worden in het wild. Dus de wijze oude uil uit de verhaaltjes die al tientallen/honderden jaren oud is, is onzin. Het zou misschien logischer zijn als we de schildpad zien als symbool van de wijsheid. Ze zijn niet zo snel en als ze op hun rug liggen komen ze ook niet goed overeind. Maar ze kunnen wel echt honderden jaren oud worden. En in die honderden jaren maken ze ontzettend veel mee. Klimaatveranderingen, ontsnappingen aan vissersboten, verliefd worden, jonkies krijgen en ga zo maar door. Ze hebben dus veel kennis opgedaan en zouden dus erg wijze dieren zijn. Schildpadden kijken ook niet zo intelligent en hebben vaak niet zo'n krachtig uiterlijk als de uil. Maar ze bestaan ook al langer dan uilen. Maar toch is er gekozen voor de uil als symbool van de wijsheid. Het kan ook zijn dat de uil als wijs dier wordt gezien juist door zijn zintuigen. Want door zijn goede zicht en gehoor neemt hij veel dingen waar. Hij kan dingen zien en horen die anderen niet kunnen waarnemen. Dus hij weet veel van de dieren in het bos zou je denken. Net zoals in de verhalen, waar de wijze oude uil alles weet van de dieren in zijn rijk. Misschien is het wel omdat de mensen niet vaak een uil zien in het wild, en als ze hem zagen keek hij hen altijd erg doordringend aan, en was hij wakker. Maar ondanks dat uilen nachtdieren zijn, komen we ze toch wel eens overdag tegen terwijl ze wakker zijn. Dus lijkt het misschien alsof ze weinig slapen. En daar dus weer meer door weten. Of misschien komt het door de uilenballen. Omdat je daar veel informatie kan uithalen van wat ze gegeten hebben. Dat we dat associëren met de uil en dus met wijsheid die we eigenlijk dan zelf bezitten.
Uilen kunnen je ontzettend doordringend en nadenkend aankijken. Ze kijken bijna recht in je ziel. Hierdoor kan het zijn dat mensen ze zien als wijze dieren, want ze kunnen in je ziel kijken. Misschien is het wel door hun goede zintuigen, die beter zijn ontwikkeld dan bij andere dieren. Of het is puur vanwege het uiterlijk. De mooie verenkleuren, de grote doordringende ogen en het bijna helemaal kunnen ronddraaien van het hoofd. Andere dieren zijn ook wel mooi, maar lijken niet veel te weten. Om de leeftijd dat de uil kan worden, zal hij waarschijnlijk niet zijn gekozen tot symbool voor wijsheid. Want in 3 jaar tijd doe je minder wijsheid op als bijvoorbeeld een papegaai in tientallen jaren of een schildpad in honderden jaren. De uil komt over als de rust zelve, net als vele wijsheden. Je kunt ze goed afschilderen met een rond brilletje rond de grote ogen en een afstudeerhoed. Het is een imposant dier, maar persoonlijk zie ik liever de schildpad als symbool van de wijsheid.
vrijdag 13 september 2013
Allemaal hetzelfde
In Engeland, China en Japan (en misschien nog meer landen) is het voor kinderen verplicht om een schooluniform te dragen naar school. Vaak met stropdas en al. Ook sommige beroepen verplichten mensen een uniform te dragen. Bijvoorbeeld verpleegkundigen, stewardessen en conducteurs. Maar niet alle landen verplichten uniformen. Sommige mensen vinden het maar niets, want je moet vrij zijn in wat je draagt. Anderen vinden het juist weer fijn om een uniform te dragen. Wat als het dragen van uniformen voor alle (!) beroepen nog steeds verplicht zou zijn?
Ziekenhuizen en verpleeghuizen hebben vaak een wit uniform als kledingvoorschrift. Schilders gebruiken ook vaak witte kleding. Timmermannen en stukadoors en dergelijke, gebruiken vaak blauwe kleding. Een kledingvoorschrift heeft zowel voor als nadelen. Zo is het dat wanneer iedereen bij alle beroepen een uniform moest dragen, je niet lang hoefde na te denken over de kleding die je aan moet doen naar je werk. Je hebt gewoon kleding in je kast die je aan moet naar het werk, dus niet veel werk 's ochtends. Vaak is het ook nog zo, dat als je een uniform hebt, je het op het werk kan laten reinigen zodat je dat niet zelf hoeft te doen. Dan heeft een uniform ook nog als voordeel dat je om de zoveel tijd een nieuwe krijgt. Dit vaak omdat kleuren van het bedrijf veranderen of omdat het dan slijt. Ook is het veel gemakkelijker om beroepen te herkennen. Timmermannen hebben bijvoorbeeld altijd een blauwe tuinbroek aan met een wit tshirt. Een receptioniste heeft bijvoorbeeld altijd een zwart mantelpakje aan met roze blouse. Als je dan iemand nodig hebt, kun je gelijk aan de outfit zien of de goede wel voor je deur staat. Daarnaast is het zo dat men minder gediscrimineerd wordt of geplaagd. Het is niet zo dat men op kantoor denkt dat dat blondje met dat korte rokje en laag uitgesneden truitje beter bij de baas valt dan die vrouw met broek en coltrui. Want dat verschil is er dan niet meer, ze dragen dan beide bijvoorbeeld een zwarte spijkerbroek met geel poloshirt en een zwart sjaaltje. Tevens is het voor de werknemer fijn, want vaak (niet altijd) worden de uniformen kosteloos gegeven. Het hoeft niet altijd een heel uniform te zijn dat uniek is. Kan ook bijvoorbeeld afgesproken worden dat alle docenten een zwarte jeans kopen (bijvoorbeeld bij C&A) en dan daar een rood t-shirt op moeten dragen. Als het dan maar herkenbaar is. Nadelen zijn er ook. Zo kost het de werkgever dan juist weer geld als je al je medewerkers een uniform moet geven. Want dat zal vaak in de kleuren van je bedrijfslogo gemaakt worden met eventueel je bedrijfsnaam erop. Daarnaast zullen er ook mensen zijn die wellicht weigeren om een uniform aan te trekken omdat ze dan hun persoonlijkheid niet kunnen uiten in hun kleding. Ze willen graag onafhankelijk zijn en hun eigen identiteit uitstralen, en dat gebeurt vaak met behulp van kleding. Of er zijn mensen die de bedrijfskleding totaal niets vinden. Bijvoorbeeld een verpleegster die een uniform aan moet dat een jurk is met drukknopen aan de boven kant. Als dan een patiënt zich wil vastgrijpen om wat voor een reden dan ook, kan het zijn dat hij/zij de drukknopen open trekt en daar staat de zuster dan in haar ondergoed. Of vrouwen die in het dagelijkse leven nooit rokken dragen, opeens een rok en hakken schoenen aan moeten in het bedrijf. Dan vind je het niet alleen vreselijk zitten, maar je voelt je ook niet happy met de kleding. Dit straal je dan vaak, bewust of onbewust, uit naar de klanten of je andere medewerkers. Winkeliers verkopen misschien ook minder kleding. Want nu heb je misschien kleren die je alleen op het werk draagt, alleen thuis of nette kleding voor gelegenheden. En dan vervalt kleding die je op het werk draagt. En de meeste mensen zitten meer op het werk dan dat ze in nette kleding lopen. Je kledingkast zal dus voor een groot deel gevuld worden met uniformen.
Uniformen voor alle beroepen hebben zo zijn voor en nadeel. Mensen raken voor een deel hun identiteit kwijt, daar ze niet meer dat kunnen dragen wat ze willen. Daarnaast kost het een hoop geld, wat vooral nu een doorslag is om het niet te doen. Ook zullen mensen niet tevreden zijn met het uniform vanwege het uiterlijk of het comfort en het praktische. Voordeel is dat iedereen gelijk is qua kleding, en dan ook vaak gelijk behandeld wordt. Mensen weten welk beroep je uitoefent en je hoeft geen uren meer voor de kast te staan om kleding uit te zoeken die je naar je werk aan kan doen. In de huidige tijd zal het dragen van een uniform meer tegenstand dan voor stand krijgen, maar ik denk dat het eigenlijk wel een goed idee is. Het is minder gedoe en niemand wordt voorgetrokken op basis van wat hij/zij aan heeft. En je leuke kleding kun je altijd nog aan als je een dagje vrij hebt, of 's avonds thuis of bij een avondje uit. Dan kun je je extra speciaal en mooi maken. Misschien toch maar weer eens overwegen?
Ziekenhuizen en verpleeghuizen hebben vaak een wit uniform als kledingvoorschrift. Schilders gebruiken ook vaak witte kleding. Timmermannen en stukadoors en dergelijke, gebruiken vaak blauwe kleding. Een kledingvoorschrift heeft zowel voor als nadelen. Zo is het dat wanneer iedereen bij alle beroepen een uniform moest dragen, je niet lang hoefde na te denken over de kleding die je aan moet doen naar je werk. Je hebt gewoon kleding in je kast die je aan moet naar het werk, dus niet veel werk 's ochtends. Vaak is het ook nog zo, dat als je een uniform hebt, je het op het werk kan laten reinigen zodat je dat niet zelf hoeft te doen. Dan heeft een uniform ook nog als voordeel dat je om de zoveel tijd een nieuwe krijgt. Dit vaak omdat kleuren van het bedrijf veranderen of omdat het dan slijt. Ook is het veel gemakkelijker om beroepen te herkennen. Timmermannen hebben bijvoorbeeld altijd een blauwe tuinbroek aan met een wit tshirt. Een receptioniste heeft bijvoorbeeld altijd een zwart mantelpakje aan met roze blouse. Als je dan iemand nodig hebt, kun je gelijk aan de outfit zien of de goede wel voor je deur staat. Daarnaast is het zo dat men minder gediscrimineerd wordt of geplaagd. Het is niet zo dat men op kantoor denkt dat dat blondje met dat korte rokje en laag uitgesneden truitje beter bij de baas valt dan die vrouw met broek en coltrui. Want dat verschil is er dan niet meer, ze dragen dan beide bijvoorbeeld een zwarte spijkerbroek met geel poloshirt en een zwart sjaaltje. Tevens is het voor de werknemer fijn, want vaak (niet altijd) worden de uniformen kosteloos gegeven. Het hoeft niet altijd een heel uniform te zijn dat uniek is. Kan ook bijvoorbeeld afgesproken worden dat alle docenten een zwarte jeans kopen (bijvoorbeeld bij C&A) en dan daar een rood t-shirt op moeten dragen. Als het dan maar herkenbaar is. Nadelen zijn er ook. Zo kost het de werkgever dan juist weer geld als je al je medewerkers een uniform moet geven. Want dat zal vaak in de kleuren van je bedrijfslogo gemaakt worden met eventueel je bedrijfsnaam erop. Daarnaast zullen er ook mensen zijn die wellicht weigeren om een uniform aan te trekken omdat ze dan hun persoonlijkheid niet kunnen uiten in hun kleding. Ze willen graag onafhankelijk zijn en hun eigen identiteit uitstralen, en dat gebeurt vaak met behulp van kleding. Of er zijn mensen die de bedrijfskleding totaal niets vinden. Bijvoorbeeld een verpleegster die een uniform aan moet dat een jurk is met drukknopen aan de boven kant. Als dan een patiënt zich wil vastgrijpen om wat voor een reden dan ook, kan het zijn dat hij/zij de drukknopen open trekt en daar staat de zuster dan in haar ondergoed. Of vrouwen die in het dagelijkse leven nooit rokken dragen, opeens een rok en hakken schoenen aan moeten in het bedrijf. Dan vind je het niet alleen vreselijk zitten, maar je voelt je ook niet happy met de kleding. Dit straal je dan vaak, bewust of onbewust, uit naar de klanten of je andere medewerkers. Winkeliers verkopen misschien ook minder kleding. Want nu heb je misschien kleren die je alleen op het werk draagt, alleen thuis of nette kleding voor gelegenheden. En dan vervalt kleding die je op het werk draagt. En de meeste mensen zitten meer op het werk dan dat ze in nette kleding lopen. Je kledingkast zal dus voor een groot deel gevuld worden met uniformen.
Uniformen voor alle beroepen hebben zo zijn voor en nadeel. Mensen raken voor een deel hun identiteit kwijt, daar ze niet meer dat kunnen dragen wat ze willen. Daarnaast kost het een hoop geld, wat vooral nu een doorslag is om het niet te doen. Ook zullen mensen niet tevreden zijn met het uniform vanwege het uiterlijk of het comfort en het praktische. Voordeel is dat iedereen gelijk is qua kleding, en dan ook vaak gelijk behandeld wordt. Mensen weten welk beroep je uitoefent en je hoeft geen uren meer voor de kast te staan om kleding uit te zoeken die je naar je werk aan kan doen. In de huidige tijd zal het dragen van een uniform meer tegenstand dan voor stand krijgen, maar ik denk dat het eigenlijk wel een goed idee is. Het is minder gedoe en niemand wordt voorgetrokken op basis van wat hij/zij aan heeft. En je leuke kleding kun je altijd nog aan als je een dagje vrij hebt, of 's avonds thuis of bij een avondje uit. Dan kun je je extra speciaal en mooi maken. Misschien toch maar weer eens overwegen?
vrijdag 6 september 2013
Dat was een sprinkhaan.
Koeien, konijnen, runderen, tomaten, sla, aardappelen en rijst zijn allemaal dingen die we dagelijks eten. De dingen die we hier in de supermarkt vinden eten we allemaal wel eens en vinden we erg normaal om te eten. Terwijl in Australië bijvoorbeeld ook kangoeroe en krokodil en struisvogel in de supermarkt te krijgen is. En in sommige andere landen eten ze larven en sprinkhanen. Wij vind dat vies en raar. Net als je bijvoorbeeld soep hebt van drop of een ijs met bacon smaak. Waarom vinden we iets vies als we de smaak niet kennen of pas daarna erachter komen wat het was dat we aten?
Ik ken een verhaal van iemand die altijd naar een slagerij ging en een bakje "ragout" kocht. Dat aten ze dan 's avonds bij het avondeten met wat rijst. Ze vonden het heerlijk! Op een dag had de slagerij die "ragout" niet meer, dus vroeg de vrouw of er nog van die heerlijke ragout was. De slager vond het vreemd, want ze verkochten helemaal geen ragout. Om het verhaal kort te maken, achteraf bleek dat de "ragout" die de familie zo heerlijk vond, gewoon weg hondenvoer was geweest. Toen vonden ze hem smerig en vonden ze het vies dat ze die ooit hadden gegeten. Terwijl ze er nooit ziek van zijn geworden en er heel erg van gesmuld hebben. Zo zijn er ook mensen die lekker soep eten, en zodra ze erachter komen dat het bijvoorbeeld brandnetelsoep is, ze dit vies vinden en niet meer willen eten. Het is raar dat we eerst iets heel lekker kunnen vinden, maar zodra duidelijk is wat het is, vinden we het vies. Ik denk dat het komt doordat we ons dan een beeld maken van dat waar het vandaan komt. Zodra je bijvoorbeeld geblinddoekt een sprinkhaan zou eten, of stierenballen, en je vind het echt lekker dan zou je zo de hele kom leeg eten. Maar als je na 1 hap ziet wat je hebt gegeten, krijg je hoogstwaarschijnlijk geen andere hap meer naar binnen. Hetzelfde is voor dingen die we niet kennen. Marshmallows kent bijna iedereen wel. En veel vinden ze ook lekker. Maar toch wordt er waarschijnlijk "bah" geroepen als je zegt dat je marshmallow soep maakt. Of bacon bijvoorbeeld. Bijna alles is in bacon smaak te krijgen. Soep, noodles, chips, crackers en ga zo maar door. Maar als je dan bijvoorbeeld bacon ijs of bacon frisdrank wil maken, dan vinden veel mensen dat al bij voorbaat vies. Dit is omdat we dan misschien bang zijn voor het onbekende. Het zogenaamde "wat de boer niet kent eet hij niet" principe. Eigenlijk is het heel raar dat we iets vies vinden zonder het te proeven. Onze hersenen leggen te snel verbanden met het zien van het eten en de smaak. Als je slijmerige soep ziet, of iets wat er uit ziet alsof het al eens is gegeten, dan vind je het al gelijk niet lekker en wil je het het liefste niet op eten. Terwijl het misschien wel hartstikke lekker is. Onze ogen zeggen dan "Bah dat ziet er niet uit! Dat is vreselijk vies" waardoor wij ook gaan geloven dat het vies is. En als we het eerst proeven zonder te weten wat het is, en we hebben dan het hele bordje leeg gegeten, kan het zomaar zijn dat zodra verteld wordt wat het was je gelijk misselijk bent. Puur van het idee. Misschien is het daarom ook wel handig om niet altijd te weten wat je eet. Maar gewoon op smaak af te gaan. Ik vond salami met hagelslag altijd heerlijk. Terwijl anderen van mijn familie dan bijna over hun nek gingen, gewoon om hun idee dat chocolade niet bij vlees past. Maar dat biefstukje met een saus waar chocolade in zit, gaat er dan wel weer makkelijk in. We moeten proberen om zien en smaak apart van elkaar te zien, en niet zomaar oordelen als je weet wat het is zonder het te proeven.
Ons brein legt gelijk een link als we iets zien of horen qua eten, naar de smaak toe. Dingen die er vies uit zien, of die we kennen en waarvan we weten waar het vandaan komt, zijn bij voorbaat vaak niet lekker. Ook dingen die niet normaal zijn zoals baconijs lijkt vaak niet lekker. We denken vaak te veel na over wat we eten, en daardoor worden we ziek van dingen waarvan we eigenlijk niet ziek zouden kunnen worden omdat het ook "normaal" is om dat te eten. Want waarom zou hondenvoer voor ons niet te eten zijn? Is toch gewoon gelei met vlees? Het idee maakt het vies. Natuurlijk zullen in sommige dingen ook daadwerkelijk ingrediënten zitten die wij mensen niet kunnen verdragen. Maar over het algemeen moet je smaak en uiterlijk gewoon even los van elkaar zien, en door eten. En als jij denkt dat bacon ijs lekker is, dan zou ik het zeer zeker proberen. Of Marshmallowsoep. En wie weet ligt jou recept binnenkort bij iedereen in de la en wordt je de nieuwe Jamie Oliver! Zet je hersenen gewoon op nul als je eet, en geniet van de smaak. Het uiterlijk komt later wel, en als je naderhand weet wat het was, ben dan blij dat het lekker was.
Ik ken een verhaal van iemand die altijd naar een slagerij ging en een bakje "ragout" kocht. Dat aten ze dan 's avonds bij het avondeten met wat rijst. Ze vonden het heerlijk! Op een dag had de slagerij die "ragout" niet meer, dus vroeg de vrouw of er nog van die heerlijke ragout was. De slager vond het vreemd, want ze verkochten helemaal geen ragout. Om het verhaal kort te maken, achteraf bleek dat de "ragout" die de familie zo heerlijk vond, gewoon weg hondenvoer was geweest. Toen vonden ze hem smerig en vonden ze het vies dat ze die ooit hadden gegeten. Terwijl ze er nooit ziek van zijn geworden en er heel erg van gesmuld hebben. Zo zijn er ook mensen die lekker soep eten, en zodra ze erachter komen dat het bijvoorbeeld brandnetelsoep is, ze dit vies vinden en niet meer willen eten. Het is raar dat we eerst iets heel lekker kunnen vinden, maar zodra duidelijk is wat het is, vinden we het vies. Ik denk dat het komt doordat we ons dan een beeld maken van dat waar het vandaan komt. Zodra je bijvoorbeeld geblinddoekt een sprinkhaan zou eten, of stierenballen, en je vind het echt lekker dan zou je zo de hele kom leeg eten. Maar als je na 1 hap ziet wat je hebt gegeten, krijg je hoogstwaarschijnlijk geen andere hap meer naar binnen. Hetzelfde is voor dingen die we niet kennen. Marshmallows kent bijna iedereen wel. En veel vinden ze ook lekker. Maar toch wordt er waarschijnlijk "bah" geroepen als je zegt dat je marshmallow soep maakt. Of bacon bijvoorbeeld. Bijna alles is in bacon smaak te krijgen. Soep, noodles, chips, crackers en ga zo maar door. Maar als je dan bijvoorbeeld bacon ijs of bacon frisdrank wil maken, dan vinden veel mensen dat al bij voorbaat vies. Dit is omdat we dan misschien bang zijn voor het onbekende. Het zogenaamde "wat de boer niet kent eet hij niet" principe. Eigenlijk is het heel raar dat we iets vies vinden zonder het te proeven. Onze hersenen leggen te snel verbanden met het zien van het eten en de smaak. Als je slijmerige soep ziet, of iets wat er uit ziet alsof het al eens is gegeten, dan vind je het al gelijk niet lekker en wil je het het liefste niet op eten. Terwijl het misschien wel hartstikke lekker is. Onze ogen zeggen dan "Bah dat ziet er niet uit! Dat is vreselijk vies" waardoor wij ook gaan geloven dat het vies is. En als we het eerst proeven zonder te weten wat het is, en we hebben dan het hele bordje leeg gegeten, kan het zomaar zijn dat zodra verteld wordt wat het was je gelijk misselijk bent. Puur van het idee. Misschien is het daarom ook wel handig om niet altijd te weten wat je eet. Maar gewoon op smaak af te gaan. Ik vond salami met hagelslag altijd heerlijk. Terwijl anderen van mijn familie dan bijna over hun nek gingen, gewoon om hun idee dat chocolade niet bij vlees past. Maar dat biefstukje met een saus waar chocolade in zit, gaat er dan wel weer makkelijk in. We moeten proberen om zien en smaak apart van elkaar te zien, en niet zomaar oordelen als je weet wat het is zonder het te proeven.
Ons brein legt gelijk een link als we iets zien of horen qua eten, naar de smaak toe. Dingen die er vies uit zien, of die we kennen en waarvan we weten waar het vandaan komt, zijn bij voorbaat vaak niet lekker. Ook dingen die niet normaal zijn zoals baconijs lijkt vaak niet lekker. We denken vaak te veel na over wat we eten, en daardoor worden we ziek van dingen waarvan we eigenlijk niet ziek zouden kunnen worden omdat het ook "normaal" is om dat te eten. Want waarom zou hondenvoer voor ons niet te eten zijn? Is toch gewoon gelei met vlees? Het idee maakt het vies. Natuurlijk zullen in sommige dingen ook daadwerkelijk ingrediënten zitten die wij mensen niet kunnen verdragen. Maar over het algemeen moet je smaak en uiterlijk gewoon even los van elkaar zien, en door eten. En als jij denkt dat bacon ijs lekker is, dan zou ik het zeer zeker proberen. Of Marshmallowsoep. En wie weet ligt jou recept binnenkort bij iedereen in de la en wordt je de nieuwe Jamie Oliver! Zet je hersenen gewoon op nul als je eet, en geniet van de smaak. Het uiterlijk komt later wel, en als je naderhand weet wat het was, ben dan blij dat het lekker was.
vrijdag 30 augustus 2013
Niet de pot, maar de muur op!
Kikkers hebben zuignapjes aan hun vingers en tenen zitten, waardoor ze verticaal kunnen klimmen. Ook vliegen kunnen op muren en plafonds zitten. Net zoals vele andere insecten. Ze maken vaak gebruik van zuignappen of een goedje wat werkt als een soort plaksel waardoor ze tegen verschillende oppervlaktes kunnen plakken. Op het plafond is het misschien minder gevaarlijk dan op tafel, maar ze kunnen ook bij eten dat eventueel ergens hoog zit. Vaak zijn het alleen de kleinere beesten die dit kunnen. Maar wat als mensen nu eens beschikten over iets waardoor we tegen muren en plafonds konden lopen?
Tegen de muur op lopen of op je kop op het plafond staan. Dat lijkt gek. Maar wat als we dit nu gewoon eens konden. Misschien hebben we dan schoenen met een soort sterke super lijm, waardoor we tegen de muren op kunnen lopen. Misschien hebben we wel natuurlijke manieren, zoals zuignappen aan de voeten net als kikkers. Er is nu niet veel waarvoor het handig zou zijn om tegen een muur op te kunnen lopen. Want wat moet je nu op een muur? Maar het zou heel handig kunnen zijn. Als je bijvoorbeeld je sleutel bent vergeten, maar je hebt boven nog een raam open staan. Dan loop je even tegen de muur omhoog en klimt via je raam naar binnen. Nadeel is, dat dan ook inbrekers dit zouden kunnen, en ze zo je hele huis leeg zouden kunnen halen. Of als je in een flatgebouw werkt, kun je via de buitenkant je kantoor binnen gaan. Maar ook hier dan het nadeel dat mensen die dit niet zouden mogen, dit toch kunnen doen. Er moet dan een soort beveiliging komen dat je niet via ramen naar binnen kan zonder sleutel of iets dergelijks. Het zou ook heel handig kunnen zijn als je mensen die je niet moet, wilt gaan ontwijken. Je ziet bijvoorbeeld een klasgenoot die je totaal niet moet op je af komen. Je hebt geen zin om te praten, dus ren je snel even een gebouw op, en gaat op het dak staan. Het is natuurlijk net zo makkelijk om gewoon een straat om te lopen, maar soms is er geen zijstraat en is omhoog de enige optie. Misschien is het zelfs mogelijk om dingen aan de muur vast te maken in huis of aan het plafond. Bijvoorbeeld kasten of zo, of dozen. Dan kun je, vooral als je een hoog plafond hebt, bijvoorbeeld allemaal bakken op het plafond zetten waar je spullen in kunt doen. Er moet dan wel iets zijn waardoor de spullen ook in de bakken blijven en niet naar de grond vallen. Of je maakt de bakken vast, en heb je wat nodig dan pak je de bak even naar de grond en je pakt je spullen er uit die je nodig hebt, en zet de bak weer terug op het plafond. Je spaart zo ruimte op de grond, of je hebt gewoon een hele hoop extra ruimte die je kunt benutten. Ook het poetsen zou soms makkelijker zijn. Zo ken ik iemand die een vrij hoog plafond heeft, dat ook nog schuin loopt. Wil die spinnenwebben weg halen die daar hangen, dan moet er een ladder aan te pas komen. Of natuurlijk een hele grote ragebol. Terwijl als je tegen de muur op zou kunnen lopen, je gewoon even ernaar toe liep en met je stofdoekje alles even schoonmaakte. Ook met verven maakt dat een hoop eenvoudiger. Je zou het plafond dan kunnen verven zoals je een vloer bijvoorbeeld zou verven. En zo kun je dan heel mooi van boven naar beneden alles schilderen. Of een lamp vervangen die boven de trap hangt. Nu is dat vaak een gevaarlijke klus, omdat je met je laddertje op de trap moet staan of vlak aan de trap en dan maar moet hopen dat je niet valt. Als je er nu gewoon naar toe kan lopen, draai je heel eenvoudig een nieuwe lamp in. Nadeel is het wel, als je hoogtevrees hebt, dan ga je natuurlijk niet zo eenvoudig gebouwen op of je muur omhoog. Zelf heb ik soms al angst om op een stoel te gaan staan. Laat staan als ik dan de muur op loop. Ook is het voor je lichaam vaak niet goed om langere tijd op de kop te hangen. Dus je moet ervoor zorgen dat je niet al te lang ondersteboven hangt.
Het zou dus best handig zijn om tegen muren en plafonds op te kunnen lopen. Maar er zijn ook heel wat nadelen aan. Stel je voor iemand loopt met poep onder de schoenen tegen je mooie witte muur omhoog. Dieven zouden ook makkelijker binnen kunnen dringen. Want nu denken we vaak, och er komt toch niemand aan dat raam, en dan laat je het even open staan als je bijvoorbeeld boodschappen gaat doen. Maar als je tegen muren op kan lopen, is het heel eenvoudig om toch bij dat raam te komen. Ook zijn er een stuk meer ontsnappingsmogelijkheiden. Je moet muren en plafonds loop bestendig gaan maken, zodat ze niet beschadigen. Ook duur behang is nu lastiger. Misschien worden de ruimtes wel voorzien van vloerbedekking op alle wanden. Het zou wel handig zijn, maar ik blijf liever met beide benen op de grond!
Tegen de muur op lopen of op je kop op het plafond staan. Dat lijkt gek. Maar wat als we dit nu gewoon eens konden. Misschien hebben we dan schoenen met een soort sterke super lijm, waardoor we tegen de muren op kunnen lopen. Misschien hebben we wel natuurlijke manieren, zoals zuignappen aan de voeten net als kikkers. Er is nu niet veel waarvoor het handig zou zijn om tegen een muur op te kunnen lopen. Want wat moet je nu op een muur? Maar het zou heel handig kunnen zijn. Als je bijvoorbeeld je sleutel bent vergeten, maar je hebt boven nog een raam open staan. Dan loop je even tegen de muur omhoog en klimt via je raam naar binnen. Nadeel is, dat dan ook inbrekers dit zouden kunnen, en ze zo je hele huis leeg zouden kunnen halen. Of als je in een flatgebouw werkt, kun je via de buitenkant je kantoor binnen gaan. Maar ook hier dan het nadeel dat mensen die dit niet zouden mogen, dit toch kunnen doen. Er moet dan een soort beveiliging komen dat je niet via ramen naar binnen kan zonder sleutel of iets dergelijks. Het zou ook heel handig kunnen zijn als je mensen die je niet moet, wilt gaan ontwijken. Je ziet bijvoorbeeld een klasgenoot die je totaal niet moet op je af komen. Je hebt geen zin om te praten, dus ren je snel even een gebouw op, en gaat op het dak staan. Het is natuurlijk net zo makkelijk om gewoon een straat om te lopen, maar soms is er geen zijstraat en is omhoog de enige optie. Misschien is het zelfs mogelijk om dingen aan de muur vast te maken in huis of aan het plafond. Bijvoorbeeld kasten of zo, of dozen. Dan kun je, vooral als je een hoog plafond hebt, bijvoorbeeld allemaal bakken op het plafond zetten waar je spullen in kunt doen. Er moet dan wel iets zijn waardoor de spullen ook in de bakken blijven en niet naar de grond vallen. Of je maakt de bakken vast, en heb je wat nodig dan pak je de bak even naar de grond en je pakt je spullen er uit die je nodig hebt, en zet de bak weer terug op het plafond. Je spaart zo ruimte op de grond, of je hebt gewoon een hele hoop extra ruimte die je kunt benutten. Ook het poetsen zou soms makkelijker zijn. Zo ken ik iemand die een vrij hoog plafond heeft, dat ook nog schuin loopt. Wil die spinnenwebben weg halen die daar hangen, dan moet er een ladder aan te pas komen. Of natuurlijk een hele grote ragebol. Terwijl als je tegen de muur op zou kunnen lopen, je gewoon even ernaar toe liep en met je stofdoekje alles even schoonmaakte. Ook met verven maakt dat een hoop eenvoudiger. Je zou het plafond dan kunnen verven zoals je een vloer bijvoorbeeld zou verven. En zo kun je dan heel mooi van boven naar beneden alles schilderen. Of een lamp vervangen die boven de trap hangt. Nu is dat vaak een gevaarlijke klus, omdat je met je laddertje op de trap moet staan of vlak aan de trap en dan maar moet hopen dat je niet valt. Als je er nu gewoon naar toe kan lopen, draai je heel eenvoudig een nieuwe lamp in. Nadeel is het wel, als je hoogtevrees hebt, dan ga je natuurlijk niet zo eenvoudig gebouwen op of je muur omhoog. Zelf heb ik soms al angst om op een stoel te gaan staan. Laat staan als ik dan de muur op loop. Ook is het voor je lichaam vaak niet goed om langere tijd op de kop te hangen. Dus je moet ervoor zorgen dat je niet al te lang ondersteboven hangt.
Het zou dus best handig zijn om tegen muren en plafonds op te kunnen lopen. Maar er zijn ook heel wat nadelen aan. Stel je voor iemand loopt met poep onder de schoenen tegen je mooie witte muur omhoog. Dieven zouden ook makkelijker binnen kunnen dringen. Want nu denken we vaak, och er komt toch niemand aan dat raam, en dan laat je het even open staan als je bijvoorbeeld boodschappen gaat doen. Maar als je tegen muren op kan lopen, is het heel eenvoudig om toch bij dat raam te komen. Ook zijn er een stuk meer ontsnappingsmogelijkheiden. Je moet muren en plafonds loop bestendig gaan maken, zodat ze niet beschadigen. Ook duur behang is nu lastiger. Misschien worden de ruimtes wel voorzien van vloerbedekking op alle wanden. Het zou wel handig zijn, maar ik blijf liever met beide benen op de grond!
vrijdag 23 augustus 2013
12 en 18 of 33 en 39, groot verschil of niet?
Iedereen vind een vriend of vriendin waar hij/zij het leven mee wil delen. Je ontmoet je partner vaak op school, op je hobby of bij het uitgaan. Later heb je ook nog kans dat je je vaste partner tegenkomt op het werk, en dat het een collega is. Meestal ontmoet je mensen van je eigen leeftijd. Dus als je 22 bent heb je vaak een partner waarmee het leeftijdsverschil tussen de 0 en 3 jaar ligt. Soms echter, ontmoet je je partner en is het leeftijdsverschil groter. Misschien een jaar of 10. Wanneer je als 10 jarige iets met een 20 jarige hebt (even ongeacht of het legaal is of niet), wordt er niet goed over gepraat. Maar heb je als 20 jarige met een 30 jarige, dan is het al bijna geen probleem meer. Waarom is leeftijdsverschil tussen jonge mensen een taboe en tussen oudere niet?
Vanaf 18 ben je volgens de wet volwassen en er geld een minimum leeftijd van 16 jaar om sex te hebben in Nederland. Voor deze blog laten we dit even ter zijde, daar het gaat om relaties en niet direct om een sexuele relatie hoewel deze natuurlijk dicht bij elkaar zitten. Stel een meisje is 10 jaar oud. Als hobby heeft ze bijvoorbeeld Hockey. In haar hockey vereniging is ook een jongens team. Op een verenigingsfeest ontmoet ze een jongen van 18. Het meisje is geestelijk al ver vooruit waardoor ze goed met de jongen overweg kan. De twee vinden elkaar leuk. Het leeftijdsverschil is maar 8 jaar. Zodra de ouders hier achter komen, wordt er vaak gelijk gezegd dat de relatie moet stoppen. Niet alleen dus omdat het niet legaal is, maar ook omdat ze vinden dat een jongen van 18 niet met een meisje van 10 moet rotzooien. Andersom is het probleem al wat minder. Een meisje van 18 met een jongen van 10. Omdat van jongens vaak wordt gedacht dat ze alleen uit zijn op sex. Maar stel dat meisje is 22 en gaat uit naar de discotheek. Daar staat ze wat te dansen en komt in gesprek met een jongen. Ze hebben dezelfde interesses en spreken later nog eens af. Dan blijkt dat de jongen 30 is. De relatie gaat goed, de ouders vinden de jongen prima en ze leven nog lang en gelukkig. Niemand (of maar weinig) die er iets op tegen heeft dat er een leeftijdsverschil is van 8 jaar. En als het meisje een vrouw van 70 is, en haar man is 78 dan is het leeftijdsverschil al helemaal niets meer waard. Terwijl ze toch altijd even veel verschilden. Het is raar dat het afhangt van de daadwerkelijke leeftijd of het leeftijdsverschil wel of niet kan. In sommige landen worden meisjes van 11 zelfs uitgehuwelijkt met mannen van in de 30 of nog ouder. Daar is zoiets normaal. Maar in de westerse landen niet. Het zal met een cultuurverschil te maken hebben dat wij te grote verschillen niet accepteren. Omdat we denken dat het denkniveau misschien te erg verschilt. Vaak krijg je ook te horen als een meisje van 18 samen is met een jongen van 25 bijvoorbeeld, "wat als hij kinderen wilt en jij nog niet" of "wat als jij kinderen wilt en hij al te oud is". Dat zijn dingen waar je vooraf dan even over moet praten en afspraken over moet maken. Maar de mensen die bij elkaar zijn kunnen dit vaak prima zelf oplossen. Het probleem van het leeftijdsverschil zit hem ook vooral in het feit dat het niet legaal is om met een kind, jonger dan 16, een relatie te hebben. Vaak worden ouderen dan gezien als pedofiel. Op latere leeftijd kunnen mensen beter afspraken maken en zijn de gedachten beter op een lijn. Maar misschien heeft het indirect ook iets te maken met het feit dat je zo jong nog niet vruchtbaar of nog niet kan voortplanten. Dat mensen je pas "rijp" vinden zodra je dat wel bent. Het is opvallend dat hoe ouder mensen zijn, hoe minder het leeftijdsverschil er toe doet, en hoe minder erg dat verschil lijkt. Ik denk dat het allemaal heeft te maken met gewoontes en cultuur. Als bij ons normaal was geweest om kinderen van 12 uit te huwelijken aan mannen van 30, dan vonden we het niet zo'n probleem als een kind van 14 een relatie heeft met een 19 jarige.
Het belangrijkste vind ik, is dat je tevreden en gelukkig bent met je relatie. Nu is het volgens de wet illegaal, maar was het dat niet, dan vind ik het geen probleem als een 12 jarige gelukkig is met een 18 jarige. Mits de 18 jarige de 12 jarige natuurlijk niet misbruikt voor iets. Maar dan zou ik het ook niet goed vinden als een 40 jarige met een 46 jarige samen zouden zijn. Leeftijd maakt niet veel uit. Het is maar een getal. Sommige mensen van 70 voelen zich fitter en jeugdiger dan andere van 40. Je moet de relaties daar dus ook niet op beoordelen. Maar ik vind het ook niets als je een rijke stinkerd van 80 ziet met een grietje van 20. Dat zijn namelijk vaak alleen erfenisliefdes en geen echte liefde. Mocht het toch echte liefde zijn, dan vind ik dat prima. Ook al had het haar opa of overgroot opa kunnen zijn. We zijn te gebrand op de wet, en de vooroordelen van de jeugdige jongens. Daardoor vinden we een groot leeftijdsverschil tussen jongeren ook erger dan tussen volwassenen. Qua geest zitten de volwassenen toch meer op een lijn, en daardoor wordt het minder erg. Ik vind dat, zolang je maar gelukkig bent met je partner, alles prima is.
Vanaf 18 ben je volgens de wet volwassen en er geld een minimum leeftijd van 16 jaar om sex te hebben in Nederland. Voor deze blog laten we dit even ter zijde, daar het gaat om relaties en niet direct om een sexuele relatie hoewel deze natuurlijk dicht bij elkaar zitten. Stel een meisje is 10 jaar oud. Als hobby heeft ze bijvoorbeeld Hockey. In haar hockey vereniging is ook een jongens team. Op een verenigingsfeest ontmoet ze een jongen van 18. Het meisje is geestelijk al ver vooruit waardoor ze goed met de jongen overweg kan. De twee vinden elkaar leuk. Het leeftijdsverschil is maar 8 jaar. Zodra de ouders hier achter komen, wordt er vaak gelijk gezegd dat de relatie moet stoppen. Niet alleen dus omdat het niet legaal is, maar ook omdat ze vinden dat een jongen van 18 niet met een meisje van 10 moet rotzooien. Andersom is het probleem al wat minder. Een meisje van 18 met een jongen van 10. Omdat van jongens vaak wordt gedacht dat ze alleen uit zijn op sex. Maar stel dat meisje is 22 en gaat uit naar de discotheek. Daar staat ze wat te dansen en komt in gesprek met een jongen. Ze hebben dezelfde interesses en spreken later nog eens af. Dan blijkt dat de jongen 30 is. De relatie gaat goed, de ouders vinden de jongen prima en ze leven nog lang en gelukkig. Niemand (of maar weinig) die er iets op tegen heeft dat er een leeftijdsverschil is van 8 jaar. En als het meisje een vrouw van 70 is, en haar man is 78 dan is het leeftijdsverschil al helemaal niets meer waard. Terwijl ze toch altijd even veel verschilden. Het is raar dat het afhangt van de daadwerkelijke leeftijd of het leeftijdsverschil wel of niet kan. In sommige landen worden meisjes van 11 zelfs uitgehuwelijkt met mannen van in de 30 of nog ouder. Daar is zoiets normaal. Maar in de westerse landen niet. Het zal met een cultuurverschil te maken hebben dat wij te grote verschillen niet accepteren. Omdat we denken dat het denkniveau misschien te erg verschilt. Vaak krijg je ook te horen als een meisje van 18 samen is met een jongen van 25 bijvoorbeeld, "wat als hij kinderen wilt en jij nog niet" of "wat als jij kinderen wilt en hij al te oud is". Dat zijn dingen waar je vooraf dan even over moet praten en afspraken over moet maken. Maar de mensen die bij elkaar zijn kunnen dit vaak prima zelf oplossen. Het probleem van het leeftijdsverschil zit hem ook vooral in het feit dat het niet legaal is om met een kind, jonger dan 16, een relatie te hebben. Vaak worden ouderen dan gezien als pedofiel. Op latere leeftijd kunnen mensen beter afspraken maken en zijn de gedachten beter op een lijn. Maar misschien heeft het indirect ook iets te maken met het feit dat je zo jong nog niet vruchtbaar of nog niet kan voortplanten. Dat mensen je pas "rijp" vinden zodra je dat wel bent. Het is opvallend dat hoe ouder mensen zijn, hoe minder het leeftijdsverschil er toe doet, en hoe minder erg dat verschil lijkt. Ik denk dat het allemaal heeft te maken met gewoontes en cultuur. Als bij ons normaal was geweest om kinderen van 12 uit te huwelijken aan mannen van 30, dan vonden we het niet zo'n probleem als een kind van 14 een relatie heeft met een 19 jarige.
Het belangrijkste vind ik, is dat je tevreden en gelukkig bent met je relatie. Nu is het volgens de wet illegaal, maar was het dat niet, dan vind ik het geen probleem als een 12 jarige gelukkig is met een 18 jarige. Mits de 18 jarige de 12 jarige natuurlijk niet misbruikt voor iets. Maar dan zou ik het ook niet goed vinden als een 40 jarige met een 46 jarige samen zouden zijn. Leeftijd maakt niet veel uit. Het is maar een getal. Sommige mensen van 70 voelen zich fitter en jeugdiger dan andere van 40. Je moet de relaties daar dus ook niet op beoordelen. Maar ik vind het ook niets als je een rijke stinkerd van 80 ziet met een grietje van 20. Dat zijn namelijk vaak alleen erfenisliefdes en geen echte liefde. Mocht het toch echte liefde zijn, dan vind ik dat prima. Ook al had het haar opa of overgroot opa kunnen zijn. We zijn te gebrand op de wet, en de vooroordelen van de jeugdige jongens. Daardoor vinden we een groot leeftijdsverschil tussen jongeren ook erger dan tussen volwassenen. Qua geest zitten de volwassenen toch meer op een lijn, en daardoor wordt het minder erg. Ik vind dat, zolang je maar gelukkig bent met je partner, alles prima is.
vrijdag 16 augustus 2013
Boog en mandje
Heel erg vroeger moesten de mensen gaan jagen en verzamelen om eten op "tafel" te krijgen. Ze trokken over de wereld om steeds op de beste plek uit te komen. Er werd met speren gejaagd op allerlei wilde dieren door de mannen. De vrouwen (en soms ook de mannen) gingen opzoek in bosjes naar eetbare bessen, groentes en ander plantaardig eten. Tegenwoordig wordt alles op grote schaal verbouwd en gefokt voor de voedingsindustrie. Je hoeft er eigenlijk niets meer voor te doen. Wat als we nu wel nog zouden moeten verzamelen en jagen om aan eten te komen?
De mensen moesten vroeger veel moeite doen om iets te eten te vinden. De mannen ging het bos in om te jagen. Bewapend met speer of pijl en boog gingen ze op pad, opzoek naar herten, beren, reeën of konijnen. Het kon zo zijn dat de mannen niets vonden, of te weinig hadden. De vrouwen gingen bessen plukken en ander groenvoer zoeken. Tegenwoordig loop/rij je naar Albert Heijn of een andere supermarkt, je grabbelt in het vleesvak en pakt wat groente, rekent af en gaat naar huis. Gelijk het eten voor een hele week in de koelkast. Hoe raar zou het nu zijn, als je 's avonds thuis komt van je werk en je moet het eten gaan maken, en je zou je speer moeten pakken en zeggen "Schat, ik ga even konijnen jagen". Nu is het zo dat je tegenwoordig nog maar weinig wilde dieren vind, en de bevolking toch wel flink gegroeid is ten opzichte van de oertijd. Daarnaast eten we nu waarschijnlijk een stuk meer dan vroeger. Dus of we zoveel dieren en planten kunnen vinden om zat te worden, is nog maar de vraag. Je zou minder kunnen werken, omdat je er toch wel lang op uit zou moeten om iets te vinden. De koeien zouden in het wild rond lopen, en niet meer mooi in een weiland staan. Ook de varkens en kippen zouden overal echt los lopen. Er zouden overal winkels zijn waar je spullen kunt kopen om te jagen en te verzamelen. Mooie speren, pijl en boog, rieten mandjes en mesjes om takjes van bomen af te snijden. Misschien ook geweren. Het nadeel is, dat wanneer we wapens nodig hebben om te jagen voor eten, er sommige mensen misbruik van maken en de wapens voor slechte dingen gebruiken. Voor aanslagen en moorden bijvoorbeeld. Is er veel honger, omdat we niet genoeg wild en groente kunnen vinden in de natuur, is er een kans dat mensen elkaar gaan vermoorden om zo eten te hebben. Dis zal waarschijnlijk wel pas gebeuren als de hongersnood groot is. We zouden, als we opeens moesten gaan jagen, waarschijnlijk niet zo goed erin zijn. Want we weten niet goed hoe om te gaan met de wapens, welke planten eetbaar zijn en waar we alles kunnen vinden. Dan moeten we ook weten hoe je de dieren schoonmaakt, en welke delen we kunnen eten. In grote steden zullen maar weinig dingen te vinden zijn, dus misschien gaan we dan ook weer allemaal rondtrekken om zo steeds nieuw eten te kunnen vinden. Werken zal er dus veel minder in zitten omdat je toch moet gaan jagen. Het wordt een van de belangrijkste dingen om te doen op een dag. Er zou concurrentie ontstaan tussen de mensen, omdat iedereen eten wil. Misschien worden er wel een hoop mensen ziek, omdat ze verkeerde dingen eten. We zouden bewuster worden van de natuur, en wat deze ons qua voedsel te bieden heeft. Misschien gaan we dan ook weer meer groente en noten en dergelijke eten, omdat vlees moeilijk is te verkrijgen. Je hebt natuurlijk ook grote kans, dat mensen gaan handelen in de spullen. Dat jagers hun winkeltjes starten, waar je neergeschoten fazanten, eenden, konijnen en dergelijke kunt kopen. Maar dan zou ook alweer snel ontstaan dat we zo gaan leven als nu.
Waarschijnlijk zullen we altijd weer uit komen bij de manier waarop we nu leven. Vaak door pure luiigheid en gierigheid. Want de een gaat jagen dan goed af, en hoopt door zijn buiten te verkopen geld te kunnen verdienen. Terwijl de ander natuurlijk te lui is om te gaan jagen, en dus erg dankbaar is dat iemand anders zijn spulletjes verkoopt. Met de bevolkingsaantallen van nu, zullen de dieren snel uitsterven en planten zullen het ook moeilijk krijgen. Dus mensen zullen dieren vangen en ermee gaan fokken, en gewassen verder kweken in de buurt. Wat er weer op uitdraait dat we allemaal terug zijn waar we nu zijn. Ik zou trouwens zelf geen goede jager zijn, daar ik echt geen dieren wil doden om te eten. En loslopende kippen... Mij niet gezien. Mensen zouden wel beter besef hebben van wat we eten. We zouden weer beter leren ruiken, luisteren en kijken, omdat je toch sporen moet vinden voor je eten. Dus misschien is het ook maar beter dat we gewoon naar appie kunnen voor onze boodschappen. Dan is er geen hongersnood en de mensen zijn veiliger omdat niet iedere gek met een speer of mesje rond rent om eten te vinden.
De mensen moesten vroeger veel moeite doen om iets te eten te vinden. De mannen ging het bos in om te jagen. Bewapend met speer of pijl en boog gingen ze op pad, opzoek naar herten, beren, reeën of konijnen. Het kon zo zijn dat de mannen niets vonden, of te weinig hadden. De vrouwen gingen bessen plukken en ander groenvoer zoeken. Tegenwoordig loop/rij je naar Albert Heijn of een andere supermarkt, je grabbelt in het vleesvak en pakt wat groente, rekent af en gaat naar huis. Gelijk het eten voor een hele week in de koelkast. Hoe raar zou het nu zijn, als je 's avonds thuis komt van je werk en je moet het eten gaan maken, en je zou je speer moeten pakken en zeggen "Schat, ik ga even konijnen jagen". Nu is het zo dat je tegenwoordig nog maar weinig wilde dieren vind, en de bevolking toch wel flink gegroeid is ten opzichte van de oertijd. Daarnaast eten we nu waarschijnlijk een stuk meer dan vroeger. Dus of we zoveel dieren en planten kunnen vinden om zat te worden, is nog maar de vraag. Je zou minder kunnen werken, omdat je er toch wel lang op uit zou moeten om iets te vinden. De koeien zouden in het wild rond lopen, en niet meer mooi in een weiland staan. Ook de varkens en kippen zouden overal echt los lopen. Er zouden overal winkels zijn waar je spullen kunt kopen om te jagen en te verzamelen. Mooie speren, pijl en boog, rieten mandjes en mesjes om takjes van bomen af te snijden. Misschien ook geweren. Het nadeel is, dat wanneer we wapens nodig hebben om te jagen voor eten, er sommige mensen misbruik van maken en de wapens voor slechte dingen gebruiken. Voor aanslagen en moorden bijvoorbeeld. Is er veel honger, omdat we niet genoeg wild en groente kunnen vinden in de natuur, is er een kans dat mensen elkaar gaan vermoorden om zo eten te hebben. Dis zal waarschijnlijk wel pas gebeuren als de hongersnood groot is. We zouden, als we opeens moesten gaan jagen, waarschijnlijk niet zo goed erin zijn. Want we weten niet goed hoe om te gaan met de wapens, welke planten eetbaar zijn en waar we alles kunnen vinden. Dan moeten we ook weten hoe je de dieren schoonmaakt, en welke delen we kunnen eten. In grote steden zullen maar weinig dingen te vinden zijn, dus misschien gaan we dan ook weer allemaal rondtrekken om zo steeds nieuw eten te kunnen vinden. Werken zal er dus veel minder in zitten omdat je toch moet gaan jagen. Het wordt een van de belangrijkste dingen om te doen op een dag. Er zou concurrentie ontstaan tussen de mensen, omdat iedereen eten wil. Misschien worden er wel een hoop mensen ziek, omdat ze verkeerde dingen eten. We zouden bewuster worden van de natuur, en wat deze ons qua voedsel te bieden heeft. Misschien gaan we dan ook weer meer groente en noten en dergelijke eten, omdat vlees moeilijk is te verkrijgen. Je hebt natuurlijk ook grote kans, dat mensen gaan handelen in de spullen. Dat jagers hun winkeltjes starten, waar je neergeschoten fazanten, eenden, konijnen en dergelijke kunt kopen. Maar dan zou ook alweer snel ontstaan dat we zo gaan leven als nu.
Waarschijnlijk zullen we altijd weer uit komen bij de manier waarop we nu leven. Vaak door pure luiigheid en gierigheid. Want de een gaat jagen dan goed af, en hoopt door zijn buiten te verkopen geld te kunnen verdienen. Terwijl de ander natuurlijk te lui is om te gaan jagen, en dus erg dankbaar is dat iemand anders zijn spulletjes verkoopt. Met de bevolkingsaantallen van nu, zullen de dieren snel uitsterven en planten zullen het ook moeilijk krijgen. Dus mensen zullen dieren vangen en ermee gaan fokken, en gewassen verder kweken in de buurt. Wat er weer op uitdraait dat we allemaal terug zijn waar we nu zijn. Ik zou trouwens zelf geen goede jager zijn, daar ik echt geen dieren wil doden om te eten. En loslopende kippen... Mij niet gezien. Mensen zouden wel beter besef hebben van wat we eten. We zouden weer beter leren ruiken, luisteren en kijken, omdat je toch sporen moet vinden voor je eten. Dus misschien is het ook maar beter dat we gewoon naar appie kunnen voor onze boodschappen. Dan is er geen hongersnood en de mensen zijn veiliger omdat niet iedere gek met een speer of mesje rond rent om eten te vinden.
vrijdag 9 augustus 2013
Draai de uren eens door!
De tijd staat overal ter wereld vast. Waar je ook heen gaat, een uur zal altijd 60 minuten duren. De tijd gaat niet sneller of langzamer op een andere plek in de wereld. Over het algemeen kun je vrij goed inschatten hoe laat het is of hoelang je iets al doet. Soms echter, ben je met iets bezig wat je niet leuk vind. Bijvoorbeeld op school bij Gym of Economie. Dat ene uurtje lijkt geen uur, maar bijna 3 uur te duren. De dag schiet maar niet op. Terwijl als je na school afspreekt met vriendinnen, de tijd juist omvliegt. Waarom lijkt de tijd langzaam te gaan bij iets dat niet leuk is, en snel bij leuke dingen?
Iedereen kent het wel, dat je in een uur 10 keer op je horloge kijkt of het uur al voorbij is. Je begint om 14 uur en om 15 uur zou je klaar zijn. Je denkt "Poeh ik ben al zeker een half uur verder" en je kijkt op je horloge, maar nee hoor. Je bent pas 10 minuten verder. Of misschien op je werk. Vooral als je een kantoorbaantje hebt, kan het zijn dat je al vanaf 10 uur denkt dat het bijna 17 uur is. De tijd schiet maar niet op. En dan neem je even pauze, en je gaat wat kletsen en al, en die pauze van 15 minuten lijkt wel binnen 2 minuten voorbij te zijn. Het is vreselijk als de tijd maar niet voorbij gaat. Maar het is natuurlijk ook erg vervelend als de tijd super snel voorbij gaat als je plezier hebt. Bijvoorbeeld bij een gezellige avond met vrienden/vriendinnen. Het feestje start om 20 uur en houdt op om 1 uur. Je bent gezellig aan het kletsen en dansen en kijkt op je horloge en oeps het is al bijna 12 uur! Terwijl je het idee hebt dat je pas binnen bent gekomen. Als je bezig bent met dingen die je leuk vind, ben je niet zo bewust van de tijd die je al hebt gespendeerd aan de dingen. Een minuut is zo om als je gewoon doorgaat met iets wat je leuk vind. Terwijl als je opeens de seconden in de minuut wil gaan tellen, lijkt de minuut wel 3x zo lang te duren. Door niet bewust op de tijd te letten, en gewoon druk bezig te zijn, hebben je hersenen niet de tijd om af te tellen tot een bepaald moment. Je bent gewoon druk bezig en vergeet alles daarom heen. Terwijl als je met iets bezig bent dat je niet leuk vind, moet doen of iets dat heel saai en vervelend is, let je toch op de tijd. Iedere keer kijk je op je horloge. Dit doe je sneller dan je denkt, waardoor de tijd ontzettend langzaam lijkt te gaan. Je bent je bewust van de tijd en denkt er de hele tijd aan. Zodra je bewust gaat nadenken over bepaalde dingen, duren deze langer. Of je het nu wilt of niet. Zelfs als je het ontzettend leuk hebt, maar je gaat steeds naar de tijd kijken, kan het zijn dat het langer lijkt te duren. Helaas is het dan ook vaak dat de leukigheid of je plezier minder wordt, omdat je de hele tijd op de tijd let. Bij alles is het zo dat wanneer je erop let, het langer duurt of irritant gaat worden. Als je bijvoorbeeld gaat letten op het geluid van je toetsenbord als je aan het typen bent, kan dit heel vervelend gaan worden. Hoewel je er normaal gesproken niet veel last van zou hebben. Maar omdat je erop let, en je dus bewust ervan bent, is het heel vervelend. Als je dus met iets bezig bent dat je niet leuk vind, en je bent de hele tijd op de klok aan het letten, dan wordt het nog vervelender en de tijd gaat nog langzamer. Je probeert bijna letterlijk de minuten of uren weg te kijken. Je hersenen zijn, ook als je dan weer gaat verder werken en je probeert te focussen op dat wat je moet doen, onbewust bezig met de tijd. Probeer dan tussendoor even iets leuks te doen, of maak je werk leuk, zodat de tijd weer wat sneller gaat en je meer gemotiveerd raakt.
Vaak blijf je ook vast hangen als je merkt dat de tijd langzaam lijkt te gaan. Je vind het vervelend dat het niet opschiet waardoor je in je werk nog langer blijft hangen. Het is dan verstandig om even iets leuks te gaan doen en je hersenen een blij impuls te geven. Je refresht je hersenen als het ware en leid de aandacht even af van je verveling. Het hoeft niet lang te zijn, al doe je maar 5 minuten iets dat je leuk vind. Je hersenen denken dan niet meer aan de tijd, en je kunt dus weer door met je werk, dat opeens weer goed lijkt te gaan en sneller. Het is daarom ook belangrijk pauzes te nemen. De tijd lijkt langzamer te gaan als je je gaat focussen op tijd, onbewust of bewust. De hersenen zorgen er dus voor dat tijd snel of langzaam lijkt te gaan. Het lijkt zelfs een beetje erop, dat als je je verveelt, je hersenen bepaalde dingen blokkeert waardoor tijd niet vooruit lijkt te gaan en je vast blijft zitten op dingen. Daarom is het belangrijk dat je vaak iets leuks doet, al is het maar voor een paar minuten. Plezier versnelt het leven niet alleen, maar zorgt ook voor een vrolijke jij!
Iedereen kent het wel, dat je in een uur 10 keer op je horloge kijkt of het uur al voorbij is. Je begint om 14 uur en om 15 uur zou je klaar zijn. Je denkt "Poeh ik ben al zeker een half uur verder" en je kijkt op je horloge, maar nee hoor. Je bent pas 10 minuten verder. Of misschien op je werk. Vooral als je een kantoorbaantje hebt, kan het zijn dat je al vanaf 10 uur denkt dat het bijna 17 uur is. De tijd schiet maar niet op. En dan neem je even pauze, en je gaat wat kletsen en al, en die pauze van 15 minuten lijkt wel binnen 2 minuten voorbij te zijn. Het is vreselijk als de tijd maar niet voorbij gaat. Maar het is natuurlijk ook erg vervelend als de tijd super snel voorbij gaat als je plezier hebt. Bijvoorbeeld bij een gezellige avond met vrienden/vriendinnen. Het feestje start om 20 uur en houdt op om 1 uur. Je bent gezellig aan het kletsen en dansen en kijkt op je horloge en oeps het is al bijna 12 uur! Terwijl je het idee hebt dat je pas binnen bent gekomen. Als je bezig bent met dingen die je leuk vind, ben je niet zo bewust van de tijd die je al hebt gespendeerd aan de dingen. Een minuut is zo om als je gewoon doorgaat met iets wat je leuk vind. Terwijl als je opeens de seconden in de minuut wil gaan tellen, lijkt de minuut wel 3x zo lang te duren. Door niet bewust op de tijd te letten, en gewoon druk bezig te zijn, hebben je hersenen niet de tijd om af te tellen tot een bepaald moment. Je bent gewoon druk bezig en vergeet alles daarom heen. Terwijl als je met iets bezig bent dat je niet leuk vind, moet doen of iets dat heel saai en vervelend is, let je toch op de tijd. Iedere keer kijk je op je horloge. Dit doe je sneller dan je denkt, waardoor de tijd ontzettend langzaam lijkt te gaan. Je bent je bewust van de tijd en denkt er de hele tijd aan. Zodra je bewust gaat nadenken over bepaalde dingen, duren deze langer. Of je het nu wilt of niet. Zelfs als je het ontzettend leuk hebt, maar je gaat steeds naar de tijd kijken, kan het zijn dat het langer lijkt te duren. Helaas is het dan ook vaak dat de leukigheid of je plezier minder wordt, omdat je de hele tijd op de tijd let. Bij alles is het zo dat wanneer je erop let, het langer duurt of irritant gaat worden. Als je bijvoorbeeld gaat letten op het geluid van je toetsenbord als je aan het typen bent, kan dit heel vervelend gaan worden. Hoewel je er normaal gesproken niet veel last van zou hebben. Maar omdat je erop let, en je dus bewust ervan bent, is het heel vervelend. Als je dus met iets bezig bent dat je niet leuk vind, en je bent de hele tijd op de klok aan het letten, dan wordt het nog vervelender en de tijd gaat nog langzamer. Je probeert bijna letterlijk de minuten of uren weg te kijken. Je hersenen zijn, ook als je dan weer gaat verder werken en je probeert te focussen op dat wat je moet doen, onbewust bezig met de tijd. Probeer dan tussendoor even iets leuks te doen, of maak je werk leuk, zodat de tijd weer wat sneller gaat en je meer gemotiveerd raakt.
Vaak blijf je ook vast hangen als je merkt dat de tijd langzaam lijkt te gaan. Je vind het vervelend dat het niet opschiet waardoor je in je werk nog langer blijft hangen. Het is dan verstandig om even iets leuks te gaan doen en je hersenen een blij impuls te geven. Je refresht je hersenen als het ware en leid de aandacht even af van je verveling. Het hoeft niet lang te zijn, al doe je maar 5 minuten iets dat je leuk vind. Je hersenen denken dan niet meer aan de tijd, en je kunt dus weer door met je werk, dat opeens weer goed lijkt te gaan en sneller. Het is daarom ook belangrijk pauzes te nemen. De tijd lijkt langzamer te gaan als je je gaat focussen op tijd, onbewust of bewust. De hersenen zorgen er dus voor dat tijd snel of langzaam lijkt te gaan. Het lijkt zelfs een beetje erop, dat als je je verveelt, je hersenen bepaalde dingen blokkeert waardoor tijd niet vooruit lijkt te gaan en je vast blijft zitten op dingen. Daarom is het belangrijk dat je vaak iets leuks doet, al is het maar voor een paar minuten. Plezier versnelt het leven niet alleen, maar zorgt ook voor een vrolijke jij!
maandag 5 augustus 2013
Leren kwispelen
Kinderen zijn verplicht om naar school te gaan in Nederland. Tussen 5 en 18 jaar ben je verplicht om naar school te gaan. En zonder diploma ben je bijna nergens tegenwoordig. Geen enkel kind ontkomt hieraan. Je leert sociale vaardigheden, rekenen, schrijven, lezen en allerlei andere vaardigheden waarvan men denkt dat dit belangrijk is voor je verdere leven. Dieren leren dit soort dingen vaak kort van hun ouders en moeten het daarna zelf maar uitzoeken. Wat nu als er ook voor dieren scholen waren, die dan geleid werden door andere dieren? Dus dat mensen er niets mee te maken hebben.
Stel dus dat dieren ook school hadden. Dat puppy's bijvoorbeeld naar een echte puppy school gaan. Daar krijgen ze les van een oude wijze labrador in leren luisteren, mensen snappen, hoe je je staart moet houden en dat soort dingen. Een aantal puppy's worden dan naar "school" gebracht door hun eigenaren en dan nemen de oudere honden het over. De puppy's zitten mooi op een rij en de Labrador legt uit hoe het zit met de staarthouding. Vervolgens moeten ze het oefenen en voordoen. Daarna krijgen ze huiswerk mee wat ze moeten oefenen thuis. Tegen half 4 is de school weer uit, en je haalt je pup weer op. Je kan hem natuurlijk ook nog zelf dingen aanleren. Dat doen we met kinderen tenslotte ook. Die leren ook nog genoeg buiten school. Of de vogels uit het bos gaan naar zangles van een van de zangvogels. Dan zitten ze in een mooie oude boom op allemaal takjes tegenover de oude zangvogel, de prachtvink of de zwaluw. Ze krijgen geleerd welke melodie voor welk signaal staat. Dan gaan ze naar de volgende les waar ze leren insecten te vangen. De bos- en wilde dieren hoef je natuurlijk niet als mens naar school te brengen. Dat zouden de eerste jaren de ouders doen en daarna gaan ze zelf. Net als kinderen. Die worden in het begin ook door de ouders naar school gebracht en gehaald, en daarna gaan ze alleen (mits de afstand het toelaat). Katten moeten naar de kattenschool. Daar leren ze hoe ze moeten spinnen, en hoe ze die schattige oogjes op moeten zetten als ze van de mensen iets gedaan willen hebben. Ze leren spelen met andere katten en hun nageltjes krabben. Als de dieren naar school zijn, zal het erg rustig zijn in huis. Je hond is dan tenslotte van half 9 tot half 4 bijvoorbeeld op school. Of je kat, konijn of kanarie. Zelf heb je het dan drukker omdat je je huisdieren dan naar school moet brengen. En als je pech hebt, en je hebt een nachtdier als huisdier, dan zul je ook in de nacht eruit moeten om hen naar school te brengen. Zoals Hamsters. Dit zijn eigenlijk nachtdieren, en slapen dus overdag. Hun school zal dan waarschijnlijk 's nachts beginnen. Gevolg van dit zou kunnen zijn dat mensen geen huisdieren pakken. Ze willen de verantwoordelijkheid niet dragen om ze dagelijks naar school te brengen en te halen. Of ze pakken alleen dieren die ouder zijn en dus niet meer leerplichtig zijn. Het ligt aan de leeftijd die de dieren kunnen krijgen hoelang ze leerplichtig zijn. Want om eendagsvliegen 13 jaar verplicht naar school te sturen is een beetje vreemd. Die zullen waarschijnlijk maar 1 of 2 uur verplicht school hebben. Dieren die daarentegen heel oud worden, zoals schildpadden die wel honderd kunnen worden, zullen een heel stuk langer naar school moeten. In zee zul je ook scholen zien. Scholen voor zeepaardjes, haaien en algen. Roofdieren kunnen hiervan gebruik maken. Als een roofdier op andere tijden les heeft dan zijn prooi, kunnen ze bijvoorbeeld met een aantal zo een klasje binnen vallen en dan hebben ze een flinke buit. En dan nog iets, wie betaald voor die school. En wat krijgen ze betaald? Misschien betalen de dieren wel met gewoon eten of, omdat het nu eenmaal moet en ze geen betaalmiddel hebben, werken ze met wederzijds respect in plaats van geld/eten.
Het zou voor ons mensen heel vervelend zijn als de dieren naar school moeten. Je moet ze brengen en halen, en als je pech hebt moet je ook nog voor ze betalen. Er zullen plekken moeten zijn waar de dieren veilig kunnen verzamelen om de lessen te volgen. Dieren in het wild moeten ook naar school, en die zullen er zelf voor moeten zorgen. Dat betekent dat als je gaat wandelen in het bos, je misschien geen enkel dier kan tegen komen, maar een andere keer een hele klas. Misschien is er bij de dieren ook iemand in de top die erop toekijkt dat alle dieren die leerplichtig zijn, ook daadwerkelijk naar school gaan. Het zou ook zomaar kunnen dat er gewoon verschillende diersoorten door elkaar les hebben. Maar dat zou te gevaarlijk zijn, in verband met prooi en roofdier. Dieren kunnen meer leren, maar zullen waarschijnlijk ook zelfstandiger worden. Nu leren de dieren de korte tijd dat ze bij hun ouders zijn, eigenlijk al alles wat ze moeten weten om te kunnen overleven. De rest leren ze door te spelen met soortgenoten. En ik denk dat het goed is, zoals het nu is.
Stel dus dat dieren ook school hadden. Dat puppy's bijvoorbeeld naar een echte puppy school gaan. Daar krijgen ze les van een oude wijze labrador in leren luisteren, mensen snappen, hoe je je staart moet houden en dat soort dingen. Een aantal puppy's worden dan naar "school" gebracht door hun eigenaren en dan nemen de oudere honden het over. De puppy's zitten mooi op een rij en de Labrador legt uit hoe het zit met de staarthouding. Vervolgens moeten ze het oefenen en voordoen. Daarna krijgen ze huiswerk mee wat ze moeten oefenen thuis. Tegen half 4 is de school weer uit, en je haalt je pup weer op. Je kan hem natuurlijk ook nog zelf dingen aanleren. Dat doen we met kinderen tenslotte ook. Die leren ook nog genoeg buiten school. Of de vogels uit het bos gaan naar zangles van een van de zangvogels. Dan zitten ze in een mooie oude boom op allemaal takjes tegenover de oude zangvogel, de prachtvink of de zwaluw. Ze krijgen geleerd welke melodie voor welk signaal staat. Dan gaan ze naar de volgende les waar ze leren insecten te vangen. De bos- en wilde dieren hoef je natuurlijk niet als mens naar school te brengen. Dat zouden de eerste jaren de ouders doen en daarna gaan ze zelf. Net als kinderen. Die worden in het begin ook door de ouders naar school gebracht en gehaald, en daarna gaan ze alleen (mits de afstand het toelaat). Katten moeten naar de kattenschool. Daar leren ze hoe ze moeten spinnen, en hoe ze die schattige oogjes op moeten zetten als ze van de mensen iets gedaan willen hebben. Ze leren spelen met andere katten en hun nageltjes krabben. Als de dieren naar school zijn, zal het erg rustig zijn in huis. Je hond is dan tenslotte van half 9 tot half 4 bijvoorbeeld op school. Of je kat, konijn of kanarie. Zelf heb je het dan drukker omdat je je huisdieren dan naar school moet brengen. En als je pech hebt, en je hebt een nachtdier als huisdier, dan zul je ook in de nacht eruit moeten om hen naar school te brengen. Zoals Hamsters. Dit zijn eigenlijk nachtdieren, en slapen dus overdag. Hun school zal dan waarschijnlijk 's nachts beginnen. Gevolg van dit zou kunnen zijn dat mensen geen huisdieren pakken. Ze willen de verantwoordelijkheid niet dragen om ze dagelijks naar school te brengen en te halen. Of ze pakken alleen dieren die ouder zijn en dus niet meer leerplichtig zijn. Het ligt aan de leeftijd die de dieren kunnen krijgen hoelang ze leerplichtig zijn. Want om eendagsvliegen 13 jaar verplicht naar school te sturen is een beetje vreemd. Die zullen waarschijnlijk maar 1 of 2 uur verplicht school hebben. Dieren die daarentegen heel oud worden, zoals schildpadden die wel honderd kunnen worden, zullen een heel stuk langer naar school moeten. In zee zul je ook scholen zien. Scholen voor zeepaardjes, haaien en algen. Roofdieren kunnen hiervan gebruik maken. Als een roofdier op andere tijden les heeft dan zijn prooi, kunnen ze bijvoorbeeld met een aantal zo een klasje binnen vallen en dan hebben ze een flinke buit. En dan nog iets, wie betaald voor die school. En wat krijgen ze betaald? Misschien betalen de dieren wel met gewoon eten of, omdat het nu eenmaal moet en ze geen betaalmiddel hebben, werken ze met wederzijds respect in plaats van geld/eten.
Het zou voor ons mensen heel vervelend zijn als de dieren naar school moeten. Je moet ze brengen en halen, en als je pech hebt moet je ook nog voor ze betalen. Er zullen plekken moeten zijn waar de dieren veilig kunnen verzamelen om de lessen te volgen. Dieren in het wild moeten ook naar school, en die zullen er zelf voor moeten zorgen. Dat betekent dat als je gaat wandelen in het bos, je misschien geen enkel dier kan tegen komen, maar een andere keer een hele klas. Misschien is er bij de dieren ook iemand in de top die erop toekijkt dat alle dieren die leerplichtig zijn, ook daadwerkelijk naar school gaan. Het zou ook zomaar kunnen dat er gewoon verschillende diersoorten door elkaar les hebben. Maar dat zou te gevaarlijk zijn, in verband met prooi en roofdier. Dieren kunnen meer leren, maar zullen waarschijnlijk ook zelfstandiger worden. Nu leren de dieren de korte tijd dat ze bij hun ouders zijn, eigenlijk al alles wat ze moeten weten om te kunnen overleven. De rest leren ze door te spelen met soortgenoten. En ik denk dat het goed is, zoals het nu is.
vrijdag 26 juli 2013
Ik ben ik en niemand anders
Mensen hebben allemaal een eigen identiteit. Daarbij hoort een eigen stijl, smaak, voorkeuren en eigenschappen. Mensen willen vaak weten wie ze zijn, en gaan een tijd op reis om zo achter hun ware ik te komen. Er zijn een hoop stijlen (hokjes) waar mensen ingeduwd kunnen worden. Zoals Gothic, Trance, Nerd enzovoort. Maar het grootste deel van de mensen lijkt qua kledingstijl en muziek op elkaar. Overal vind je spreuken dat je jezelf moet zijn en blij met jezelf moet zijn. Maar waarom wordt het dan niet goed geaccepteerd als je jezelf bent, maar dan net iets anders dan de grote menigte?
De meeste kledingwinkels verkopen ongeveer dezelfde stijl kleding. Net dat wat in de mode is. Dus dat wat het grootste deel van de wereld/het land leuk vind. Andere kleding kun je wel vinden, maar meestal niet in reguliere kledingzaken. Zoals Gothic kleding, wat ik zelf erg leuk vind, dat kan ik niet gemakkelijk bij H&M of C&A vinden. Dan moet ik al extra naar gothic shops, en helaas vind je daarvan weinig hier in de buurt. Muziek daar en tegen kun je zelf uitkiezen. Hoewel je ook niet alle soorten muziek stijlen in dezelfde hoeveelheden in de cd winkels vind. Mensen zeggen altijd dat je gelukkig bent, als je bent zoals je bent. Maar vaak is het zo dat als je je zo kleed bijvoorbeeld als je graag wilt, dat het dan toch niet geaccepteerd wordt. Ik zou zelf bijvoorbeeld graag meer gothic/rock gekleed gaan. Misschien wat truitjes met doodskopjes, veel zwart en paars, en soms een mooie grote gothic jurk. Maar als ik bijvoorbeeld mijn haren zwart met paars verf, een gothic jurk aan doe en een tasje heb in de vorm van een doodskist en ik ga dan op sollicitatiegesprek bij een bedrijf voor een stage (of werk) als Information Manager, is de kans niet groot dat ik zal worden aangenomen. Want ik zie er apart uit, en ben niet representatief genoeg. Ik zou wel worden aangenomen als ik in mantelpakje kom met m'n haren in een normale kleur en decente make-up. Het feit dat ik me daar dan niet prettig in voel en dat totaal niet is zoals ik ben, lijkt niemand wat te interesseren. Ook als je bijvoorbeeld als punk over straat loopt, wordt je nagekeken alsof je van Mars komt. Andere stijlen dan de normale, lijken niet geaccepteerd. Het kan zijn dat dat komt omdat je dan vaak een andere uitstraling hebt. Misschien wel juist heel zelfverzekerd. En als je heel zelfverzekerd bent, kun je arrogant of agressief overkomen. Want jij kunt alles aan! Mensen voelen zich bedreigd. Vooral gothic vinden mensen vaak eng. Ze denken dat je zelfmoord wil plegen, of andere mensen niet moet, Satan aanbid en altijd depressief bent. Als ze je dan in het bedrijf aannemen, kun je klanten afschrikken. Terwijl als je je "normaal" kleed, word je geaccepteerd. Je bent een beetje neutraal. Mensen rekenen snel af op uiterlijk en andere eigenschappen. Voor school trek ik bijvoorbeeld "normale" kleding aan. Maar als ik dan muziek aan het luisteren ben (Cradle of Filth, Evanescence enzovoorts) en mensen horen dat, hebben ze opeens een heel ander beeld van me. Veel mensen zien de kleding in de winkels als normaal en geaccepteerd. Als je dat soort kleding draagt en de muziek luistert die constant op de radio is, ben je normaal. Dan zien ze je als volwassen en serieus. Mensen hebben een normaal nodig om zich comfortabel te voelen denk ik. Ze willen wel dat je jezelf bent, maar je moet wel zo zijn als alle andere. Je merkt het ook nog aan homoseksualiteit. Je mag verliefd worden, maar wel op iemand van het andere geslacht. Als je anders bent, kun je meer zijn dan anderen, en dat wekt bedreiging op en angst. Terwijl als iedereen gelijk gekleed is, lijkt iedereen gelijk behandeld te gaan worden.
Mensen vinden het belangrijk dat iedereen gelijk behandeld wordt. Ik denk dat daar het probleem zit. Als je anders bent qua kleding en muziek of smaak, dan word je ook anders behandeld. Je kan een bedreiging zijn als je anders bent. Je moet je gedragen zoals iedereen, want dat staat ongeschreven vast dat dat geaccepteerd wordt. Vooroordelen spelen een rol. Mensen denken in hokjes en bij ieder hokje zit een fout vooroordeel. Behalve de standaard zoals de grootste menigte zich kleed. Voor alles is een standaard, en vaak wordt gedacht dat als je van die standaard afwijkt dat het niet goed is. Het zit in de mens dat je moet zijn zoals andere het willen om geaccepteerd te kunnen worden. Zelf heb ik al vaak genoeg meegemaakt dat mensen schrikken als ze merken hoe je echt bent. En ook dat ze je dan minder serieus gaan nemen. Het is lastig om precies te zeggen waarom je vaak niet geaccepteerd wordt als je jezelf bent. Maar het grootste zit hem er, denk ik, in dat je dan te zelfverzekerd bent. Jezelf zijn kan nu bijna niet, want als je jezelf bent, wordt je vaak toch niet helemaal geaccepteerd. En dat maakt je vaak ongelukkiger dan als je je kleed en voordoet zoals het grootste deel het wil. Helaas.
De meeste kledingwinkels verkopen ongeveer dezelfde stijl kleding. Net dat wat in de mode is. Dus dat wat het grootste deel van de wereld/het land leuk vind. Andere kleding kun je wel vinden, maar meestal niet in reguliere kledingzaken. Zoals Gothic kleding, wat ik zelf erg leuk vind, dat kan ik niet gemakkelijk bij H&M of C&A vinden. Dan moet ik al extra naar gothic shops, en helaas vind je daarvan weinig hier in de buurt. Muziek daar en tegen kun je zelf uitkiezen. Hoewel je ook niet alle soorten muziek stijlen in dezelfde hoeveelheden in de cd winkels vind. Mensen zeggen altijd dat je gelukkig bent, als je bent zoals je bent. Maar vaak is het zo dat als je je zo kleed bijvoorbeeld als je graag wilt, dat het dan toch niet geaccepteerd wordt. Ik zou zelf bijvoorbeeld graag meer gothic/rock gekleed gaan. Misschien wat truitjes met doodskopjes, veel zwart en paars, en soms een mooie grote gothic jurk. Maar als ik bijvoorbeeld mijn haren zwart met paars verf, een gothic jurk aan doe en een tasje heb in de vorm van een doodskist en ik ga dan op sollicitatiegesprek bij een bedrijf voor een stage (of werk) als Information Manager, is de kans niet groot dat ik zal worden aangenomen. Want ik zie er apart uit, en ben niet representatief genoeg. Ik zou wel worden aangenomen als ik in mantelpakje kom met m'n haren in een normale kleur en decente make-up. Het feit dat ik me daar dan niet prettig in voel en dat totaal niet is zoals ik ben, lijkt niemand wat te interesseren. Ook als je bijvoorbeeld als punk over straat loopt, wordt je nagekeken alsof je van Mars komt. Andere stijlen dan de normale, lijken niet geaccepteerd. Het kan zijn dat dat komt omdat je dan vaak een andere uitstraling hebt. Misschien wel juist heel zelfverzekerd. En als je heel zelfverzekerd bent, kun je arrogant of agressief overkomen. Want jij kunt alles aan! Mensen voelen zich bedreigd. Vooral gothic vinden mensen vaak eng. Ze denken dat je zelfmoord wil plegen, of andere mensen niet moet, Satan aanbid en altijd depressief bent. Als ze je dan in het bedrijf aannemen, kun je klanten afschrikken. Terwijl als je je "normaal" kleed, word je geaccepteerd. Je bent een beetje neutraal. Mensen rekenen snel af op uiterlijk en andere eigenschappen. Voor school trek ik bijvoorbeeld "normale" kleding aan. Maar als ik dan muziek aan het luisteren ben (Cradle of Filth, Evanescence enzovoorts) en mensen horen dat, hebben ze opeens een heel ander beeld van me. Veel mensen zien de kleding in de winkels als normaal en geaccepteerd. Als je dat soort kleding draagt en de muziek luistert die constant op de radio is, ben je normaal. Dan zien ze je als volwassen en serieus. Mensen hebben een normaal nodig om zich comfortabel te voelen denk ik. Ze willen wel dat je jezelf bent, maar je moet wel zo zijn als alle andere. Je merkt het ook nog aan homoseksualiteit. Je mag verliefd worden, maar wel op iemand van het andere geslacht. Als je anders bent, kun je meer zijn dan anderen, en dat wekt bedreiging op en angst. Terwijl als iedereen gelijk gekleed is, lijkt iedereen gelijk behandeld te gaan worden.
Mensen vinden het belangrijk dat iedereen gelijk behandeld wordt. Ik denk dat daar het probleem zit. Als je anders bent qua kleding en muziek of smaak, dan word je ook anders behandeld. Je kan een bedreiging zijn als je anders bent. Je moet je gedragen zoals iedereen, want dat staat ongeschreven vast dat dat geaccepteerd wordt. Vooroordelen spelen een rol. Mensen denken in hokjes en bij ieder hokje zit een fout vooroordeel. Behalve de standaard zoals de grootste menigte zich kleed. Voor alles is een standaard, en vaak wordt gedacht dat als je van die standaard afwijkt dat het niet goed is. Het zit in de mens dat je moet zijn zoals andere het willen om geaccepteerd te kunnen worden. Zelf heb ik al vaak genoeg meegemaakt dat mensen schrikken als ze merken hoe je echt bent. En ook dat ze je dan minder serieus gaan nemen. Het is lastig om precies te zeggen waarom je vaak niet geaccepteerd wordt als je jezelf bent. Maar het grootste zit hem er, denk ik, in dat je dan te zelfverzekerd bent. Jezelf zijn kan nu bijna niet, want als je jezelf bent, wordt je vaak toch niet helemaal geaccepteerd. En dat maakt je vaak ongelukkiger dan als je je kleed en voordoet zoals het grootste deel het wil. Helaas.
vrijdag 19 juli 2013
Atlantis herrijst
Mensen leven al vanaf het begin op het land. Vissen daarentegen leven al vanaf het begin in het water. Mensen kunnen niet voor altijd in het water leven en vissen niet op het land. Er zijn bepaalde dieren die zowel op land als in het water kunnen leven. Hun lichaam is daaraan aangepast. Zij kunnen zich goed voortbewegen op land en in het water. Maar ook zij kunnen niet voor altijd onder water blijven zoals vissen. Stel nu dat mensen zowel op land als in het water konden leven. Permanent. Dus wat als wij onder water kunnen ademen en op land, en dus op beide plekken konden leven?
Mensen die in het water zouden kunnen leven. Als zeemeerminnen maar dan met benen. Maar dan ook weer net zo makkelijk een huis op land kunnen betrekken. Als mensen in water konden leven, zouden we dus naast longen voor op het land, ook kieuwen moeten hebben om in het water te kunnen ademen. Misschien hebben we wel een andere manier om te ademen zodat we qua uiterlijk niet veel veranderen. Maar kieuwen zijn het meest logisch. Misschien hele kleine, vlak achter de oren zodat ze niet zoveel opvallen. En we zullen ons ook in het water goed en snel voort moeten kunnen bewegen. Dus misschien hebben we wel uitklapbare zwemvliezen tussen de vingers. Maar als we permanent onder water zouden leven, hadden we naast onze gewone manieren van voortbewegen ook andere manieren. Kleine stukjes zouden we lopen zoals nu op land. Maar als je langere stukken onder water moet, dan kan het zijn dat we iets erop gevonden hadden. Een soort water fiets, waterscooter of waterauto. Er zullen steden onder water ontstaan. Atlantis wordt waarschijnlijk onderwater weer in gebruik genomen,zodra het gevonden is. Maar ook op andere plekken in de wereld zullen steden onder water verschijnen. Er zal rekening moeten worden gehouden met het leven onder water. Apparatuur en elektriciteit is natuurlijk een probleem onder water. Daar zal dan iets op gevonden moeten worden. Misschien gaat apparatuur onder water niet op stroom maar op een andere energiebron, die niet gevaarlijk is onder water. En dan worden de apparaten in een waterafstotend laagje gehuld zodat ze niet kapot gaan onder water. Drinken onder water is ook wat lastig. Dat zal dus op een andere manier moeten. Wie weet hebben we dan ook astronautenvoedsel onder water. Dat we eten en drinken uit zakjes. Als je diep in de zee woont, zal er ook weinig natuurlijk daglicht zijn. Dus wellicht passen onze ogen aan, dat we net zo goed overdag als 's nachts (en dus onderwater) kunnen zien. We hebben meer plek om te leven, want naast het land hebben we dan ook nog alle oceanen. Je zult rekening moeten houden met boten, die misschien wel in zee ook havens krijgen voor de mensen die permanent onder water leven mee te kunnen nemen naar het vaste land. Supermarkten en andere winkels zullen spullen hebben die voor zowel water als land geschikt zijn. Kleding zal aangepast zijn zodat het onder water kan blijven, misschien van zo'n stof als de wetsuits voor surfers en duikers. Want verwarming zal er ook niet zijn, dus dan zou je op land een of andere installatie moeten bouwen die het water verwarmt en dan rond pompt. Praten gaat moeilijk, maar misschien worden er apparaten voor ontwikkeld die je stem verduidelijken, zodat je gewoon kan praten zoals op land. Onze lichamen zullen zich automatisch omstellen van land naar zee en weer terug. Het leven zal gelijk gaan als op land. Iedereen gaat werken en kinderen gaan naar school, we gaan uiteten en maken plezier. Huisdieren zijn wat lastiger om onder water te houden, gezien honden dan niet zoals wij op land en in zee kunnen leven. Maar als je dan een hond wil, blijf je op land wonen. Dat zijn dan keuzes die je moet maken.
Buiten het feit dat sommige dingen niet mogelijk zijn onder water, zoals elektriciteit, huisdieren in de zin van honden/katten/paarden/koeien/enz., zou het leven niet veel verschillen. We zullen vindingrijk moeten zijn om apparaten en andere gebruiksvoorwerpen waterproof te maken. Misschien ook luchtkappen voor honden en dergelijke dat ze toch onder water kunnen voor een korte tijd om bijvoorbeeld familie op te zoeken. Ons lichaam past zich wel aan. Buiten deze dingen, heeft het ook een heel groot nadeel. We zullen bedreigingen ervaren van walvissen en haaien en andere gevaarlijke zeedieren. Daarnaast zullen wij een enorme bedreiging voor hun vormen, en is de kans groot dat veel vissoorten zullen uitsterven door de komst van mensen onder water. De bevolking zal flink groeien, wat ook niet helemaal gezond voor de aarde zal zijn. Want dan zijn er nog meer grondstoffen nodig om spullen te maken en nog meer energie nodig voor dingen. Al met al lijkt het me het verstandigst als de mensen alleen op land kunnen leven en niet ook nog in de zee. Zodat we de zee de zee laten en alle vrijheid aan de vissen gunnen, voor zover ze dit in deze tijd nog hebben.
Mensen die in het water zouden kunnen leven. Als zeemeerminnen maar dan met benen. Maar dan ook weer net zo makkelijk een huis op land kunnen betrekken. Als mensen in water konden leven, zouden we dus naast longen voor op het land, ook kieuwen moeten hebben om in het water te kunnen ademen. Misschien hebben we wel een andere manier om te ademen zodat we qua uiterlijk niet veel veranderen. Maar kieuwen zijn het meest logisch. Misschien hele kleine, vlak achter de oren zodat ze niet zoveel opvallen. En we zullen ons ook in het water goed en snel voort moeten kunnen bewegen. Dus misschien hebben we wel uitklapbare zwemvliezen tussen de vingers. Maar als we permanent onder water zouden leven, hadden we naast onze gewone manieren van voortbewegen ook andere manieren. Kleine stukjes zouden we lopen zoals nu op land. Maar als je langere stukken onder water moet, dan kan het zijn dat we iets erop gevonden hadden. Een soort water fiets, waterscooter of waterauto. Er zullen steden onder water ontstaan. Atlantis wordt waarschijnlijk onderwater weer in gebruik genomen,zodra het gevonden is. Maar ook op andere plekken in de wereld zullen steden onder water verschijnen. Er zal rekening moeten worden gehouden met het leven onder water. Apparatuur en elektriciteit is natuurlijk een probleem onder water. Daar zal dan iets op gevonden moeten worden. Misschien gaat apparatuur onder water niet op stroom maar op een andere energiebron, die niet gevaarlijk is onder water. En dan worden de apparaten in een waterafstotend laagje gehuld zodat ze niet kapot gaan onder water. Drinken onder water is ook wat lastig. Dat zal dus op een andere manier moeten. Wie weet hebben we dan ook astronautenvoedsel onder water. Dat we eten en drinken uit zakjes. Als je diep in de zee woont, zal er ook weinig natuurlijk daglicht zijn. Dus wellicht passen onze ogen aan, dat we net zo goed overdag als 's nachts (en dus onderwater) kunnen zien. We hebben meer plek om te leven, want naast het land hebben we dan ook nog alle oceanen. Je zult rekening moeten houden met boten, die misschien wel in zee ook havens krijgen voor de mensen die permanent onder water leven mee te kunnen nemen naar het vaste land. Supermarkten en andere winkels zullen spullen hebben die voor zowel water als land geschikt zijn. Kleding zal aangepast zijn zodat het onder water kan blijven, misschien van zo'n stof als de wetsuits voor surfers en duikers. Want verwarming zal er ook niet zijn, dus dan zou je op land een of andere installatie moeten bouwen die het water verwarmt en dan rond pompt. Praten gaat moeilijk, maar misschien worden er apparaten voor ontwikkeld die je stem verduidelijken, zodat je gewoon kan praten zoals op land. Onze lichamen zullen zich automatisch omstellen van land naar zee en weer terug. Het leven zal gelijk gaan als op land. Iedereen gaat werken en kinderen gaan naar school, we gaan uiteten en maken plezier. Huisdieren zijn wat lastiger om onder water te houden, gezien honden dan niet zoals wij op land en in zee kunnen leven. Maar als je dan een hond wil, blijf je op land wonen. Dat zijn dan keuzes die je moet maken.
Buiten het feit dat sommige dingen niet mogelijk zijn onder water, zoals elektriciteit, huisdieren in de zin van honden/katten/paarden/koeien/enz., zou het leven niet veel verschillen. We zullen vindingrijk moeten zijn om apparaten en andere gebruiksvoorwerpen waterproof te maken. Misschien ook luchtkappen voor honden en dergelijke dat ze toch onder water kunnen voor een korte tijd om bijvoorbeeld familie op te zoeken. Ons lichaam past zich wel aan. Buiten deze dingen, heeft het ook een heel groot nadeel. We zullen bedreigingen ervaren van walvissen en haaien en andere gevaarlijke zeedieren. Daarnaast zullen wij een enorme bedreiging voor hun vormen, en is de kans groot dat veel vissoorten zullen uitsterven door de komst van mensen onder water. De bevolking zal flink groeien, wat ook niet helemaal gezond voor de aarde zal zijn. Want dan zijn er nog meer grondstoffen nodig om spullen te maken en nog meer energie nodig voor dingen. Al met al lijkt het me het verstandigst als de mensen alleen op land kunnen leven en niet ook nog in de zee. Zodat we de zee de zee laten en alle vrijheid aan de vissen gunnen, voor zover ze dit in deze tijd nog hebben.
vrijdag 12 juli 2013
HocusPocus
Magie bestaat in verschillende vormen. Zo heb je bijvoorbeeld Heksen magie waarbij gebruikt wordt gemaakt van spreuken om bijvoorbeeld iets minder stress te hebben of beter te slapen. Dan heb je zwarte magie, waarin spreuken worden gebruikt om mensen slecht of beter te maken. Dan heb je nog de illusionisten zoals Hans Klok, die een trucje doen waardoor het toveren lijkt. Maar "echt" toveren zoals de feeën in Assepoester of zoals Madam Mikmak kunnen wij mensen niet. Wat nu als we wel konden toveren, en bijvoorbeeld van een pompoen een auto kunnen maken?
Toveren zoals Madam Mikmak lijkt geweldig. Heb je geen auto maar wel een appel bij je? Nou dan zoek je even de toverspreuk op om appels in auto's te veranderen en tadaa! Is die vervelende buurvrouw alweer aan het meezingen op vreselijke muziek? Dan kijk je in je toverboek naar de zwijgspreuk en je tovert zo haar mond dicht of stem weg. Toverdrankjes maken zodat je je beter voelt, of een haargroei middel maken. Het zou allemaal kunnen als we maar konden toveren. Je zou mensen kunnen laten zweven, een snor toveren of als je heel radicaal wil zijn, mensen helemaal door elkaar gooien met de armen op het hoofd en de benen in de buik. Als iedereen, en dan bedoel ik iedereen, kon toveren zou het een grote chaos worden waarschijnlijk. De goede mensen toveren bijvoorbeeld ontzettend veel eten voor de armen in ons land en andere landen. Mensen zouden kanker wegtoveren en doden misschien weer levend. Dieren die gevangen zitten in kooitjes kunnen vrij getoverd worden, omdat het slot weg getoverd is. Maar buiten die goede mensen heb je ook slechte mensen. Of beter gezegd mensen met een slechte intentie. Bijvoorbeeld dieven. Deze kunnen dan sloten wegtoveren, of geld laten verdwijnen. Misschien zelfs een spreuk om alles te verkleinen zodat je hele huishouden in een mini tasje past en het dus niet opvalt. Of moordenaars. In plaats van iemand doodschieten of iets anders, kunnen ze je dan zomaar laten verdwijnen of dood toveren. Mensen die dieren mishandelen kunnen natuurlijk ook een hoop slechte dingen toveren. Opsluiten heeft geen nut meer, want ze kunnen zich vrij toveren of allerlei voorwerpen toveren waarmee ze zich kunnen bevrijden. De "goede" mensen kunnen veel betekenen voor de wereld. En de wereld natuurvriendelijker maken zou ook niet meer zo'n groot probleem zijn. Je kunt jezelf tenslotte naar een plek toe toveren of een milieuvriendelijk vervoersmiddel uit je mouw schudden. Als we konden toveren kan het allemaal. Fabrieken van voorwerpen waren echter een stuk minder nodig. Als je iets nodig hebt, dan tover je het gewoon even. Misschien worden er wel regels gemaakt voor het toveren. Dat je alleen in noodgevallen mag toveren. Dus als je vork kapot gaat, zul je echt een nieuwe moeten kopen en niet zomaar een toveren. Het is tenslotte geen noodgeval. En doktoren moeten misschien ook hun werk zo maar blijven doen, tenzij ze een doodzieke patiënt hebben. Dan kunnen ze die genezen met behulp van een toverspreuk of een toverdrankje. Misschien vind je dan ook in de winkel allemaal toverdrankjes. Bijvoorbeeld voor de eeuwige jeugd, verliefdheid oproepen, beter slapen enzovoorts. In het schap ernaast vind je toverstokjes en daarnaast weer allemaal kruiden en andere benodigdheden voor toverdrankjes. Je zou misschien een soort Harry Potter stad kunnen krijgen met allerlei toverzaakjes. Maar als je beperkingen opgelegd worden, dan bestaan de gewone zaken ook. Je mag dan alleen toveren als het nodig is. Dus kleren, etenswaar en andere gebruiksvoorwerpen zul je toch gewoon moeten kopen in de winkel. Ouderen zouden onafhankelijker worden, want ze kunnen gewoon een zelf bewegend washandje toveren om zich te wassen en hulp in het huishouden is ook niet meer nodig. Want die bezem en stofdoek laten ze vanzelf door het huis bewegen. Baby's daar en tegen moeten het nog leren. Nadeel is dat zodra ze beetje kunnen bewegen en praten en al, je kans hebt dat ze per ongeluk enkele toverspreuken doen, waardoor een hoop mis kan gaan. En wie weet wat gebeurt als twee verschillende mensen hetzelfde willen "veranderen". Je zou bijvoorbeeld een stoplicht op groen kunnen laten springen voor jezelf, maar als je tegenligger dat ook doet dan kan er natuurlijk een botsing ontstaan. Moeilijk te voorspellen dus.
Je zult altijd "goede" en "slechte" mensen houden. De goede mensen zullen met toveren misschien zoiets worden als Harry Potter en de lieve feeën van Assepoester. De slechte mensen worden als de stiefmoeder van Sneeuwwitje of die gemene fee in Shrek. Zolang je spullen nodig hebt om te kunnen toveren, en het niet zomaar kan met alleen woorden, zou je mensen nog kunnen beperken. In een gevangenis bijvoorbeeld alle toverspullen afpakken, en ze kunnen gewoon blijven zitten. Kan dit niet, dan moeten er andere manieren bedacht worden om een beetje orde te houden op de wereld. Straks tovert iemand een privé zon, terwijl iemand anders weer veel regen tovert. Toveren zou een hoop dingen gemakkelijker maken in de wereld. Maar het brengt ook veel gevaren met zich mee. Dus misschien moeten we toveren maar aan Hans Klok en Harry Potter overlaten en zelf roeien met de riemen die we hebben in de wereld.
Toveren zoals Madam Mikmak lijkt geweldig. Heb je geen auto maar wel een appel bij je? Nou dan zoek je even de toverspreuk op om appels in auto's te veranderen en tadaa! Is die vervelende buurvrouw alweer aan het meezingen op vreselijke muziek? Dan kijk je in je toverboek naar de zwijgspreuk en je tovert zo haar mond dicht of stem weg. Toverdrankjes maken zodat je je beter voelt, of een haargroei middel maken. Het zou allemaal kunnen als we maar konden toveren. Je zou mensen kunnen laten zweven, een snor toveren of als je heel radicaal wil zijn, mensen helemaal door elkaar gooien met de armen op het hoofd en de benen in de buik. Als iedereen, en dan bedoel ik iedereen, kon toveren zou het een grote chaos worden waarschijnlijk. De goede mensen toveren bijvoorbeeld ontzettend veel eten voor de armen in ons land en andere landen. Mensen zouden kanker wegtoveren en doden misschien weer levend. Dieren die gevangen zitten in kooitjes kunnen vrij getoverd worden, omdat het slot weg getoverd is. Maar buiten die goede mensen heb je ook slechte mensen. Of beter gezegd mensen met een slechte intentie. Bijvoorbeeld dieven. Deze kunnen dan sloten wegtoveren, of geld laten verdwijnen. Misschien zelfs een spreuk om alles te verkleinen zodat je hele huishouden in een mini tasje past en het dus niet opvalt. Of moordenaars. In plaats van iemand doodschieten of iets anders, kunnen ze je dan zomaar laten verdwijnen of dood toveren. Mensen die dieren mishandelen kunnen natuurlijk ook een hoop slechte dingen toveren. Opsluiten heeft geen nut meer, want ze kunnen zich vrij toveren of allerlei voorwerpen toveren waarmee ze zich kunnen bevrijden. De "goede" mensen kunnen veel betekenen voor de wereld. En de wereld natuurvriendelijker maken zou ook niet meer zo'n groot probleem zijn. Je kunt jezelf tenslotte naar een plek toe toveren of een milieuvriendelijk vervoersmiddel uit je mouw schudden. Als we konden toveren kan het allemaal. Fabrieken van voorwerpen waren echter een stuk minder nodig. Als je iets nodig hebt, dan tover je het gewoon even. Misschien worden er wel regels gemaakt voor het toveren. Dat je alleen in noodgevallen mag toveren. Dus als je vork kapot gaat, zul je echt een nieuwe moeten kopen en niet zomaar een toveren. Het is tenslotte geen noodgeval. En doktoren moeten misschien ook hun werk zo maar blijven doen, tenzij ze een doodzieke patiënt hebben. Dan kunnen ze die genezen met behulp van een toverspreuk of een toverdrankje. Misschien vind je dan ook in de winkel allemaal toverdrankjes. Bijvoorbeeld voor de eeuwige jeugd, verliefdheid oproepen, beter slapen enzovoorts. In het schap ernaast vind je toverstokjes en daarnaast weer allemaal kruiden en andere benodigdheden voor toverdrankjes. Je zou misschien een soort Harry Potter stad kunnen krijgen met allerlei toverzaakjes. Maar als je beperkingen opgelegd worden, dan bestaan de gewone zaken ook. Je mag dan alleen toveren als het nodig is. Dus kleren, etenswaar en andere gebruiksvoorwerpen zul je toch gewoon moeten kopen in de winkel. Ouderen zouden onafhankelijker worden, want ze kunnen gewoon een zelf bewegend washandje toveren om zich te wassen en hulp in het huishouden is ook niet meer nodig. Want die bezem en stofdoek laten ze vanzelf door het huis bewegen. Baby's daar en tegen moeten het nog leren. Nadeel is dat zodra ze beetje kunnen bewegen en praten en al, je kans hebt dat ze per ongeluk enkele toverspreuken doen, waardoor een hoop mis kan gaan. En wie weet wat gebeurt als twee verschillende mensen hetzelfde willen "veranderen". Je zou bijvoorbeeld een stoplicht op groen kunnen laten springen voor jezelf, maar als je tegenligger dat ook doet dan kan er natuurlijk een botsing ontstaan. Moeilijk te voorspellen dus.
Je zult altijd "goede" en "slechte" mensen houden. De goede mensen zullen met toveren misschien zoiets worden als Harry Potter en de lieve feeën van Assepoester. De slechte mensen worden als de stiefmoeder van Sneeuwwitje of die gemene fee in Shrek. Zolang je spullen nodig hebt om te kunnen toveren, en het niet zomaar kan met alleen woorden, zou je mensen nog kunnen beperken. In een gevangenis bijvoorbeeld alle toverspullen afpakken, en ze kunnen gewoon blijven zitten. Kan dit niet, dan moeten er andere manieren bedacht worden om een beetje orde te houden op de wereld. Straks tovert iemand een privé zon, terwijl iemand anders weer veel regen tovert. Toveren zou een hoop dingen gemakkelijker maken in de wereld. Maar het brengt ook veel gevaren met zich mee. Dus misschien moeten we toveren maar aan Hans Klok en Harry Potter overlaten en zelf roeien met de riemen die we hebben in de wereld.
vrijdag 5 juli 2013
Wasvoorschriften en Reserveknoopjes
In de meeste kleding zit een label waarop de maat en het merk staat geschreven. Dit labeltje zit meestal in de kraag van je bovenstuk of aan de achterkant binnen in je broek of rok. Maar buiten de merknaam en de maat, is het ook belangrijk om te weten hoe je een kledingstuk moet wassen en welke materialen in het kledingstuk zijn verwerkt. En als je een hemd of blouse koopt, zit er vaak ook nog een reserve knoop bij. Deze waslabels en reserveknopen zitten meestal aan de linker zijnaad van de kleding verwerkt. Waarom juist in de linker zijnaad?
Labels dienen voor informatie en zijn ook belangrijk om in de kleding te hebben. Sommige mensen kunnen niet tegen bepaalde materialen en kunnen zo zien of ze de kleding wel aan kunnen. Andere mensen zijn gefixeerd op een bepaald merk wat duidelijk op het label in de kraag staat. Ook de maat is wel handig om in kleding te hebben staan. Het merk en de maat zit meestal in de kraag of achterkant van het kledingstuk verwerkt. Vaak kriebelt zo'n label in je nek of het steekt eruit als je een t-shirt aan hebt. De grotere labels echter, zoals die met de wasvoorschriften en de materialen, zitten vaak aan de linkerkant van je t-shirt of in de linkerkant van je broek of rok. Ook deze labels kriebelen mij vaak, waardoor ik ze zelf er altijd uit knip. Vooral als duidelijk is hoe het product gewassen moet worden en het je niet verder interesseert welke materialen gebruikt zijn. Gezien de grootte van de label, lijkt het ook niet handig om deze in de kraag te plaatsen. De kans dat het eruit steekt of kriebelt en krast is natuurlijk veel groter dan het kleine labeltje met de merknaam en de maat. Maar, vooral in t-shirts en andere soorten bovenkleding, kriebelt de label ook als hij in de linker zijnaad is verwerkt. Dan zit de hele tijd een kaartje in je zij te prikken en te krassen. Dit is ook niet echt prettig. De kans dat het daar kriebelt is wel kleiner dan in de nek, waardoor het ook wel logisch is dat ze het in de linker zijnaad plaatsen. Andere reden kan zijn dat het labeltje in de zij minder opvalt, en dus makkelijk kan blijven zitten in de t-shirts. Maar persoonlijk valt mij een label in de nek meer op dan in de zij. Dan is er nog de vraag waarom juist de linkerkant en niet de rechterkant van de zij. Meestal kijk je op zo'n kaartje als je het kledingstuk niet aan hebt. Maar als je op het label kijkt als je het kledingstuk aan hebt, is het waarschijnlijk makkelijker om aan de linkerkant te kijken dan om aan de rechterkant. Probeer maar eens, zelf vind ik het lastiger om aan de rechterkant van m'n kleding iets te bekijken dan aan de linkerkant. Misschien heeft dat iets te maken met of je links of rechtshandig bent. Of misschien is het wel om de rare reden, dat als het label je toch kietelt terwijl je het kledingstuk aan hebt, je het er gemakkelijk uit kan knippen. Dit omdat de meeste mensen rechtshandig zijn, en dan gemakkelijker aan de linkerkant het labeltje eruit kunnen knippen. Misschien ligt het aan de manier waarop het label erin gestikt wordt. Maar dat lijkt me zelf eigenlijk sterk, omdat alles in feite op dezelfde manier gedraaid kan worden. Wie weet ligt de reden voor de linkerkant wel hetzelfde als bij het bed (zie een van mijn eerdere blogs over waarom vrouwen meestal aan de linkerkant van het bed slapen). Links is "minder goed" dan rechts waardoor het beter aan de linkerkant kan zitten. Of het komt doordat het label als laatste in de kleding wordt genaaid, en de linkerkant misschien de laatste kant is die in elkaar genaaid wordt. Of het is juist andersom en wordt het als eerste erin genaaid vanaf de linkerkant. In ieder geval, zit het grootste labeltje plus reserveknoop meestal aan de linkerkant van de kleding.
Kleding heeft labels. En het is al duidelijk dat een groot label met alle wasvoorschriften en de verschillende materialen niet fijn in je nek zit. Het is groot en het irriteert snel in de nek. Daarom moet er gezocht worden naar een andere plek en deze plek is meestal de linker zijnaad geworden. Misschien omdat de linkerkant makkelijker lezen is wanneer het kledingstuk aan is, misschien omdat je het aan de linkerkant er makkelijker kan uit knippen als je het aan hebt. Maar een goede logische reden waarom de labels nu aan de linkerkant zitten en niet aan de rechterkant, kan ik niet echt bedenken. Kijk maar eens in je eigen kledingkast waar de labels in je eigen kleren zitten. Misschien heb ik het ook mis en zitten er net zoveel labels links als rechts. Maar in mijn omgeving heb ik eens opgelet, en als er labels zitten buiten de nek of achterzijde om, dan zitten deze in alle gevallen aan de linker zijnaad. Misschien is er ook helemaal geen reden voor. Wie weet.
Labels dienen voor informatie en zijn ook belangrijk om in de kleding te hebben. Sommige mensen kunnen niet tegen bepaalde materialen en kunnen zo zien of ze de kleding wel aan kunnen. Andere mensen zijn gefixeerd op een bepaald merk wat duidelijk op het label in de kraag staat. Ook de maat is wel handig om in kleding te hebben staan. Het merk en de maat zit meestal in de kraag of achterkant van het kledingstuk verwerkt. Vaak kriebelt zo'n label in je nek of het steekt eruit als je een t-shirt aan hebt. De grotere labels echter, zoals die met de wasvoorschriften en de materialen, zitten vaak aan de linkerkant van je t-shirt of in de linkerkant van je broek of rok. Ook deze labels kriebelen mij vaak, waardoor ik ze zelf er altijd uit knip. Vooral als duidelijk is hoe het product gewassen moet worden en het je niet verder interesseert welke materialen gebruikt zijn. Gezien de grootte van de label, lijkt het ook niet handig om deze in de kraag te plaatsen. De kans dat het eruit steekt of kriebelt en krast is natuurlijk veel groter dan het kleine labeltje met de merknaam en de maat. Maar, vooral in t-shirts en andere soorten bovenkleding, kriebelt de label ook als hij in de linker zijnaad is verwerkt. Dan zit de hele tijd een kaartje in je zij te prikken en te krassen. Dit is ook niet echt prettig. De kans dat het daar kriebelt is wel kleiner dan in de nek, waardoor het ook wel logisch is dat ze het in de linker zijnaad plaatsen. Andere reden kan zijn dat het labeltje in de zij minder opvalt, en dus makkelijk kan blijven zitten in de t-shirts. Maar persoonlijk valt mij een label in de nek meer op dan in de zij. Dan is er nog de vraag waarom juist de linkerkant en niet de rechterkant van de zij. Meestal kijk je op zo'n kaartje als je het kledingstuk niet aan hebt. Maar als je op het label kijkt als je het kledingstuk aan hebt, is het waarschijnlijk makkelijker om aan de linkerkant te kijken dan om aan de rechterkant. Probeer maar eens, zelf vind ik het lastiger om aan de rechterkant van m'n kleding iets te bekijken dan aan de linkerkant. Misschien heeft dat iets te maken met of je links of rechtshandig bent. Of misschien is het wel om de rare reden, dat als het label je toch kietelt terwijl je het kledingstuk aan hebt, je het er gemakkelijk uit kan knippen. Dit omdat de meeste mensen rechtshandig zijn, en dan gemakkelijker aan de linkerkant het labeltje eruit kunnen knippen. Misschien ligt het aan de manier waarop het label erin gestikt wordt. Maar dat lijkt me zelf eigenlijk sterk, omdat alles in feite op dezelfde manier gedraaid kan worden. Wie weet ligt de reden voor de linkerkant wel hetzelfde als bij het bed (zie een van mijn eerdere blogs over waarom vrouwen meestal aan de linkerkant van het bed slapen). Links is "minder goed" dan rechts waardoor het beter aan de linkerkant kan zitten. Of het komt doordat het label als laatste in de kleding wordt genaaid, en de linkerkant misschien de laatste kant is die in elkaar genaaid wordt. Of het is juist andersom en wordt het als eerste erin genaaid vanaf de linkerkant. In ieder geval, zit het grootste labeltje plus reserveknoop meestal aan de linkerkant van de kleding.
Kleding heeft labels. En het is al duidelijk dat een groot label met alle wasvoorschriften en de verschillende materialen niet fijn in je nek zit. Het is groot en het irriteert snel in de nek. Daarom moet er gezocht worden naar een andere plek en deze plek is meestal de linker zijnaad geworden. Misschien omdat de linkerkant makkelijker lezen is wanneer het kledingstuk aan is, misschien omdat je het aan de linkerkant er makkelijker kan uit knippen als je het aan hebt. Maar een goede logische reden waarom de labels nu aan de linkerkant zitten en niet aan de rechterkant, kan ik niet echt bedenken. Kijk maar eens in je eigen kledingkast waar de labels in je eigen kleren zitten. Misschien heb ik het ook mis en zitten er net zoveel labels links als rechts. Maar in mijn omgeving heb ik eens opgelet, en als er labels zitten buiten de nek of achterzijde om, dan zitten deze in alle gevallen aan de linker zijnaad. Misschien is er ook helemaal geen reden voor. Wie weet.
vrijdag 28 juni 2013
Meisje met blauwe ogen graag!
Een mens heeft 23 paar chromosomen. Een paar bepaalt of het een meisje wordt of een jongen. Bij een meisje is het chromosomen paar XX, en bij een jongen is het XY. Dit kan niet vooraf bepaald worden of worden veranderd. Natuurlijk kan het uiterlijk op latere leeftijd veranderd worden en kan er een geslachtsverandering uitgevoerd worden, maar qua chromosomen zal een jongen altijd een jongen blijven. Sommige mensen denken dat je het geslacht van het ongeboren kind kan beïnvloeden door bijvoorbeeld veel kool te eten. Dan zou de kans groter zijn op een meisje. De rest van de uiterlijke kenmerken zijn afhankelijk van de ouders. Als beide ouders het gen hebben voor blond haar, krijgt het kind waarschijnlijk ook blond haar. Wat nu als je bij het begin van de zwangerschap kan aangeven welke kenmerken en geslacht je kind moet hebben?
Bepaalde uiterlijke kenmerken zijn bepaald door genen. Sommige kenmerken zijn recessief en hebben dus twee dezelfde genen nodig om tot uiting te komen. Andere zijn dominant en daarvan is het genoeg om maar 1 te hebben. Bijvoorbeeld rood haar is misschien recessief. Stel dat beide ouders bruin haar hebben (wat dominant kan zijn) maar dus 1 gen hebben dat zorgt voor rood haar. Het kind kan van beide ouders dat ene gen krijgen en dus rood haar krijgen. Dit is echter allemaal niet te beïnvloeden op dit moment. Stel je nu voor dat er een apparaat of iets dergelijks zou zijn waarmee wordende ouders het uiterlijk en geslacht kunnen beïnvloeden. Misschien zijn er dan wel twee methoden. Als eerste de methode dat ouders alleen het geslacht kunnen kiezen en kunnen kiezen tussen de kenmerken die zij in hun bezit hebben. Dus als beide ouders alleen genen bevatten voor bruin haar, dan hebben ze pech en kunnen ze geen blond kind kiezen. Als de ene ouder het gen voor zwart haar en bruin haar bevat en de andere het gen voor blond en rood, dan kunnen de ouders uit al die kleuren kiezen. Is het dan een recessief gen, dan kopieert het apparaat deze gewoon zodat het kind gegarandeerd die kleur krijgt. Voor ogen geld dan hetzelfde. Heeft de vader bruine ogen en de moeder blauwe maar met een groen gen erbij. Dan kunnen ze kiezen om het kind groene ogen te geven. Hiermee kunnen ook ziektes die ouders met zich meedragen, uitgesloten worden. Het kan bijvoorbeeld zijn dat beide ouders een gen meedragen waardoor ze blind konden zijn. Omdat hun ook nog een sterk gen hebben om wel te zien, hebben hun daar geen last van. Hun kind kan echter wel beide recessieve genen krijgen en dan kan het kind blind zijn. Door van te voren alles te kunnen uitzoeken kan dit voorkomen worden. Een andere mogelijkheid is dat je gewoon alle willekeurige kenmerken kan aangeven. Wil je dat je kind een rond gezicht krijgt, prima. Wil je blauwe ogen, blond haar, grote borsten en volle heupen, dan wordt dat allemaal voor je geregeld. Nadeel is dat de kinderen hierdoor misschien niet meer op de ouders lijken en mensen ideale kinderen proberen te krijgen. Alle "foutjes" worden gewoon niet gekozen en geprobeerd wordt een prachtig kind op de wereld te zetten. Misschien komen er dan heel veel Brad Pitt en Angelina Jolie look a likes of kleine Johnny Depps. Veel kinderen zullen ongeveer dezelfde kenmerken krijgen omdat die gezien worden als "ideaal" in deze tijd. Ouders gaan met elkaar wedstrijdjes houden, wie het mooiste kind kan "creeeren". Wellicht is het ook gewoon mogelijk om je kind zo te laten worden als het bedoeld is, zonder aanpassingen. Het apparaat is misschien een digitale cel die in de bevruchte eicel geplaatst wordt, en die dan alles zo aanpast in de cel dat het kind zo wordt als aangegeven. Misschien kun je later wel kiezen uit een boek met foto's hoe je kind eruit kan komen te zien, zoals je het nu doet bij kapsels. En dat je dan nog wat aanpassingen kunt laten doen. De natuur wordt verstoord op deze manier en je kinderen zijn je eigen creaties van jou ideale kind.
Het kind kunnen uitkiezen en alles bepalen is ook niet alles. Want naast het uiterlijk, bezitten we natuurlijk ook nog over een innerlijk. Wat meestal nog veel zeggender is. Kinderen gaan op elkaar lijken, en wellicht ontstaan er extremen. Kinderen die extreem dun zijn gebouwd omdat mams dit mooier vind. Of ouders gaan wedstrijdjes houden, waar de kinderen onder lijden. Je beïnvloed de natuurlijke vorming van kinderen, wat misschien wel dramatische effecten zou kunnen hebben. En wie weet wat er gebeurd met de kinderen van onze "gevormde" kinderen. Misschien gaat het wel zoals bij rashonden, dat ze zover "door gefokt" worden dat er afwijkingen ontstaan die pas ten uiting komen op latere leeftijd en waar niets aan gedaan kan worden in de genen. Het uiterlijk wordt dan opeens stukken belangrijker en gaat misschien wel voor innerlijk. En innerlijk is toch vaak belangrijker dan het uiterlijk van iemand.
Bepaalde uiterlijke kenmerken zijn bepaald door genen. Sommige kenmerken zijn recessief en hebben dus twee dezelfde genen nodig om tot uiting te komen. Andere zijn dominant en daarvan is het genoeg om maar 1 te hebben. Bijvoorbeeld rood haar is misschien recessief. Stel dat beide ouders bruin haar hebben (wat dominant kan zijn) maar dus 1 gen hebben dat zorgt voor rood haar. Het kind kan van beide ouders dat ene gen krijgen en dus rood haar krijgen. Dit is echter allemaal niet te beïnvloeden op dit moment. Stel je nu voor dat er een apparaat of iets dergelijks zou zijn waarmee wordende ouders het uiterlijk en geslacht kunnen beïnvloeden. Misschien zijn er dan wel twee methoden. Als eerste de methode dat ouders alleen het geslacht kunnen kiezen en kunnen kiezen tussen de kenmerken die zij in hun bezit hebben. Dus als beide ouders alleen genen bevatten voor bruin haar, dan hebben ze pech en kunnen ze geen blond kind kiezen. Als de ene ouder het gen voor zwart haar en bruin haar bevat en de andere het gen voor blond en rood, dan kunnen de ouders uit al die kleuren kiezen. Is het dan een recessief gen, dan kopieert het apparaat deze gewoon zodat het kind gegarandeerd die kleur krijgt. Voor ogen geld dan hetzelfde. Heeft de vader bruine ogen en de moeder blauwe maar met een groen gen erbij. Dan kunnen ze kiezen om het kind groene ogen te geven. Hiermee kunnen ook ziektes die ouders met zich meedragen, uitgesloten worden. Het kan bijvoorbeeld zijn dat beide ouders een gen meedragen waardoor ze blind konden zijn. Omdat hun ook nog een sterk gen hebben om wel te zien, hebben hun daar geen last van. Hun kind kan echter wel beide recessieve genen krijgen en dan kan het kind blind zijn. Door van te voren alles te kunnen uitzoeken kan dit voorkomen worden. Een andere mogelijkheid is dat je gewoon alle willekeurige kenmerken kan aangeven. Wil je dat je kind een rond gezicht krijgt, prima. Wil je blauwe ogen, blond haar, grote borsten en volle heupen, dan wordt dat allemaal voor je geregeld. Nadeel is dat de kinderen hierdoor misschien niet meer op de ouders lijken en mensen ideale kinderen proberen te krijgen. Alle "foutjes" worden gewoon niet gekozen en geprobeerd wordt een prachtig kind op de wereld te zetten. Misschien komen er dan heel veel Brad Pitt en Angelina Jolie look a likes of kleine Johnny Depps. Veel kinderen zullen ongeveer dezelfde kenmerken krijgen omdat die gezien worden als "ideaal" in deze tijd. Ouders gaan met elkaar wedstrijdjes houden, wie het mooiste kind kan "creeeren". Wellicht is het ook gewoon mogelijk om je kind zo te laten worden als het bedoeld is, zonder aanpassingen. Het apparaat is misschien een digitale cel die in de bevruchte eicel geplaatst wordt, en die dan alles zo aanpast in de cel dat het kind zo wordt als aangegeven. Misschien kun je later wel kiezen uit een boek met foto's hoe je kind eruit kan komen te zien, zoals je het nu doet bij kapsels. En dat je dan nog wat aanpassingen kunt laten doen. De natuur wordt verstoord op deze manier en je kinderen zijn je eigen creaties van jou ideale kind.
Het kind kunnen uitkiezen en alles bepalen is ook niet alles. Want naast het uiterlijk, bezitten we natuurlijk ook nog over een innerlijk. Wat meestal nog veel zeggender is. Kinderen gaan op elkaar lijken, en wellicht ontstaan er extremen. Kinderen die extreem dun zijn gebouwd omdat mams dit mooier vind. Of ouders gaan wedstrijdjes houden, waar de kinderen onder lijden. Je beïnvloed de natuurlijke vorming van kinderen, wat misschien wel dramatische effecten zou kunnen hebben. En wie weet wat er gebeurd met de kinderen van onze "gevormde" kinderen. Misschien gaat het wel zoals bij rashonden, dat ze zover "door gefokt" worden dat er afwijkingen ontstaan die pas ten uiting komen op latere leeftijd en waar niets aan gedaan kan worden in de genen. Het uiterlijk wordt dan opeens stukken belangrijker en gaat misschien wel voor innerlijk. En innerlijk is toch vaak belangrijker dan het uiterlijk van iemand.
vrijdag 21 juni 2013
Dat is om beter te kunnen horen
Het is altijd leuk om foto's van vroeger te bekijken. Op familiefoto's kijken of je op iemand lijkt, en andere foto's om te zien hoe het in die tijd was. Wat opvalt aan foto's (vooral van jaren '50 en eerder) is dat iedereen bijna dezelfde haarstijl heeft. Daarnaast valt het op dat de kleren ongeveer hetzelfde zijn. En als je kijkt naar klassenfoto's, dan valt op dat vooral de jongens vaak flaporen hadden. Als je die foto's vergelijkt met klassenfoto's van nu, dan valt op dat er nu bijna niemand meer is met flaporen. Zelfs bij de jongste zie je al beduidend minder flaporen. Vroeger had je in een klas van 15 man, bijvoorbeeld 10 / 12 jongens met flaporen. Tegenwoordig kun je er hoogstens 1 vinden. Nu is natuurlijk de vraag: Waarom hadden de mensen vroeger vaker flaporen?
Flaporen zijn oren die verder van het hoofd afstaan. De meeste mensen met flaporen worden wel eens gepest en voelen zich ongemakkelijk erbij. Meisjes doen misschien een haarband om die hun oren naar achteren duwt, of laten de haren juist loshangen. Op foto's van vroeger zag je vooral jongens met flaporen. Hoe kan dat nu dat er vroeger veel meer waren met flaporen dan nu. Nou, ik heb eens zitten denken en ben met een aantal ideeen gekomen. Als eerste was er vroeger misschien nog geen operatie mogelijk die de flaporen corrigeerde. Tegenwoordig kun je je gemakkelijk laten opereren en worden je oren in de "Normale" stand neergezet. Dit gebeurt vaak al op jonge leeftijd. Het is een vrij eenvoudige ingreep die snel resultaat boekt. Na de operatie is bijna niet te zien dat het kind vroeger over flaporen beschikte. Vroeger waren er misschien nog niet de mogelijkheden hiervoor, of misschien was de kennis hiervoor nog niet aanwezig. Gezien het feit dat een operatie geld kost, kan het ook zijn dat de mensen vroeger niet genoeg geld hadden om voor hun kinderen deze operatie te betalen. Het zou dus kunnen dat nu eigenlijk evenveel kinderen met flaporen zijn als toen, maar dat er nu een methode voor is om deze "vergroeiing" te veranderen. Een andere mogelijkheid is dat men de flaporen lelijk vond en kinderen van jongs af aan al een strakke haarband om deed om zo de oren naar achteren te laten groeien. In feite hetzelfde principe als dat in Aziatische landen kinderen in strakke doeken werden gewikkeld om klein te blijven. Of de voeten in binden of in te kleine schoenen te stoppen om zo kleine voeten te behouden. Door de strakke haarband worden de oren naar achteren geduwd en kunnen ze niet, of moeilijk, van het lichaam af groeien. Tegenwoordig zie je ook een aantal ouders die dit nog steeds doen. Dit is geen goede manier natuurlijk, omdat het vergroeiingen kan veroorzaken. Misschien was dit toen nog niet bekend waardoor er vroeger meer kinderen waren met flaporen. Of dat soort haarbanden waren nog niet bedacht, wat me eigenlijk wel sterk lijkt. Dan is er nog de mogelijkheid dat het komt vanwege de straffen die vroeger gegeven werden aan de kinderen. Vaak waren er jongens die een hoop kattenkwaad uithaalden op school en thuis. Een van de straffen was dat ze aan de oren gepakt werden en meegenomen werden. Je werd dan aan je oorschelp vastgepakt, en daaraan werd een beetje getrokken zodat je "vrijwillig" mee liep om je eigenlijke straf te ontvangen. Als je pech had, en je dus vaak niet gedroeg, dan werd je geregeld aan je oren getrokken. Misschien zijn de oren van de kinderen daarom wel zo gaan staan. Van het vele trekken aan de oren. Later mochten leraren geen lijfstraffen meer uitoefenen op kinderen, en grote kans dat daardoor tegenwoordig bijna geen kinderen meer met flaporen zijn. Als laatste is er de optie dat het komt door evolutie. Vroeger waren er nog niet zo'n sterke speakers, en hoorapparaten waren er ook nog niet zoveel. Om alles dus goed te horen, deden mensen vaak een hand achter de oren. De evolutie is niet dom, en heeft mensen misschien flaporen gegeven om beter te kunnen horen. In de loop van de jaren zijn er sterke speakers, hoorapparaten en oordoppen gekomen die het geluid versterkten en direct in je oor brachten. Hierdoor was de grote oorschelp niet meer nodig en zijn de oren wellicht vanzelf verder naar achteren gaan staan.
Het lichaam is slim genoeg om zichzelf te kunnen aanpassen aan de omstandigheden van de mensen. Ogen zijn dichter bij elkaar gaan staan omdat we niet meer hoeven te jagen. Dus waarom zouden de oren niet platter en kleiner zijn geworden omdat we nu de mogelijkheden hebben om het geluid bijna rechtstreeks ons oor in te duwen. De grote oorschelp is niet meer nodig. Of zouden toch de leraren het schuld zijn geweest? Misschien kunnen we ook wel gewoon de gezondheidszorg en plastische chirugie dankbaar zijn. Hoe dan ook zijn er nu minder kinderen met flaporen dan vroeger. Ik zelf denk dat er vroeger meer flaporen waren doordat we nog niet zo'n goede geluidsversterkers hadden en de oorschelp dus erg belangrijk was bij het goed horen. Sommige veranderingen gaan snel in de natuur, en dus kan het zijn dat binnen een paar jaar de flaporen bijna zijn verdwenen. Het is dus wellicht een genen kwestie, waarop we nu een oplossing hebben gevonden als deze naar buiten komt. Namelijk de operatie.
Flaporen zijn oren die verder van het hoofd afstaan. De meeste mensen met flaporen worden wel eens gepest en voelen zich ongemakkelijk erbij. Meisjes doen misschien een haarband om die hun oren naar achteren duwt, of laten de haren juist loshangen. Op foto's van vroeger zag je vooral jongens met flaporen. Hoe kan dat nu dat er vroeger veel meer waren met flaporen dan nu. Nou, ik heb eens zitten denken en ben met een aantal ideeen gekomen. Als eerste was er vroeger misschien nog geen operatie mogelijk die de flaporen corrigeerde. Tegenwoordig kun je je gemakkelijk laten opereren en worden je oren in de "Normale" stand neergezet. Dit gebeurt vaak al op jonge leeftijd. Het is een vrij eenvoudige ingreep die snel resultaat boekt. Na de operatie is bijna niet te zien dat het kind vroeger over flaporen beschikte. Vroeger waren er misschien nog niet de mogelijkheden hiervoor, of misschien was de kennis hiervoor nog niet aanwezig. Gezien het feit dat een operatie geld kost, kan het ook zijn dat de mensen vroeger niet genoeg geld hadden om voor hun kinderen deze operatie te betalen. Het zou dus kunnen dat nu eigenlijk evenveel kinderen met flaporen zijn als toen, maar dat er nu een methode voor is om deze "vergroeiing" te veranderen. Een andere mogelijkheid is dat men de flaporen lelijk vond en kinderen van jongs af aan al een strakke haarband om deed om zo de oren naar achteren te laten groeien. In feite hetzelfde principe als dat in Aziatische landen kinderen in strakke doeken werden gewikkeld om klein te blijven. Of de voeten in binden of in te kleine schoenen te stoppen om zo kleine voeten te behouden. Door de strakke haarband worden de oren naar achteren geduwd en kunnen ze niet, of moeilijk, van het lichaam af groeien. Tegenwoordig zie je ook een aantal ouders die dit nog steeds doen. Dit is geen goede manier natuurlijk, omdat het vergroeiingen kan veroorzaken. Misschien was dit toen nog niet bekend waardoor er vroeger meer kinderen waren met flaporen. Of dat soort haarbanden waren nog niet bedacht, wat me eigenlijk wel sterk lijkt. Dan is er nog de mogelijkheid dat het komt vanwege de straffen die vroeger gegeven werden aan de kinderen. Vaak waren er jongens die een hoop kattenkwaad uithaalden op school en thuis. Een van de straffen was dat ze aan de oren gepakt werden en meegenomen werden. Je werd dan aan je oorschelp vastgepakt, en daaraan werd een beetje getrokken zodat je "vrijwillig" mee liep om je eigenlijke straf te ontvangen. Als je pech had, en je dus vaak niet gedroeg, dan werd je geregeld aan je oren getrokken. Misschien zijn de oren van de kinderen daarom wel zo gaan staan. Van het vele trekken aan de oren. Later mochten leraren geen lijfstraffen meer uitoefenen op kinderen, en grote kans dat daardoor tegenwoordig bijna geen kinderen meer met flaporen zijn. Als laatste is er de optie dat het komt door evolutie. Vroeger waren er nog niet zo'n sterke speakers, en hoorapparaten waren er ook nog niet zoveel. Om alles dus goed te horen, deden mensen vaak een hand achter de oren. De evolutie is niet dom, en heeft mensen misschien flaporen gegeven om beter te kunnen horen. In de loop van de jaren zijn er sterke speakers, hoorapparaten en oordoppen gekomen die het geluid versterkten en direct in je oor brachten. Hierdoor was de grote oorschelp niet meer nodig en zijn de oren wellicht vanzelf verder naar achteren gaan staan.
Het lichaam is slim genoeg om zichzelf te kunnen aanpassen aan de omstandigheden van de mensen. Ogen zijn dichter bij elkaar gaan staan omdat we niet meer hoeven te jagen. Dus waarom zouden de oren niet platter en kleiner zijn geworden omdat we nu de mogelijkheden hebben om het geluid bijna rechtstreeks ons oor in te duwen. De grote oorschelp is niet meer nodig. Of zouden toch de leraren het schuld zijn geweest? Misschien kunnen we ook wel gewoon de gezondheidszorg en plastische chirugie dankbaar zijn. Hoe dan ook zijn er nu minder kinderen met flaporen dan vroeger. Ik zelf denk dat er vroeger meer flaporen waren doordat we nog niet zo'n goede geluidsversterkers hadden en de oorschelp dus erg belangrijk was bij het goed horen. Sommige veranderingen gaan snel in de natuur, en dus kan het zijn dat binnen een paar jaar de flaporen bijna zijn verdwenen. Het is dus wellicht een genen kwestie, waarop we nu een oplossing hebben gevonden als deze naar buiten komt. Namelijk de operatie.
vrijdag 14 juni 2013
Klei, Wol en Glas
Er zijn ontzettend veel soorten kunststof. Plastic is ook een kunststof. Sommige kunststoffen kun je steeds opnieuw gebruiken door ze te smelten en weer in een vorm te persen. Andere kunststoffen lenen zich hier niet zo goed voor. Het proces om kunststoffen te maken, is vaak erg milieuonvriendelijk. Ook plastic zelf is milieuonvriendelijk, omdat het (bijna) niet natuurlijk afbreekbaar is. Bijna alles om ons heen bestaat uit kunststof of bevat een kunststof. Ook spullen waarvan je het niet zo snel zou denken zoals je kleding. Wat als kunststof niet zou bestaan?
Zowat alles wat je in je huis hebt staan heeft wel iets van plastic in zich. Ook de spullen die je aan hebt bevatten kunststoffen. Waarschijnlijk heb je wel iets in je kledingkast hangen/liggen waar Polyester op staat of Nylon. Stel je nu eens voor dat we de verschillende soorten plastic niet hebben ontdekt. Dan zou je nu waarschijnlijk (bijna) naakt mijn blog lezen. De meeste kleren uit je kast zouden verdwenen zijn. Tenminste, als die kast er nog staat. Maar mijn blog lezen zou ook moeilijk gaan, want mijn blog zou nooit geschreven kunnen zijn op internet omdat ik geen computer, toetsenbord, monitor en dergelijke tot mijn beschikking zou hebben. Het leven zou erg alternatief worden, en we gaan terug in de tijd. Je drinken zou niet meer in die mooie plastic fles zitten die zo lekker licht is. Nee, dit zou in een glazen fles zitten waarschijnlijk. Ook je kaas en vlees zou niet meer in die plastic verpakkingen maar ouderwets in papieren velletjes zijn gewikkeld. Thuis zou je ze dan waarschijnlijk in een glazen doos doen of een doos die gemaakt was van klei. Keramiek zou ook vaker voorkomen. Houten en ijzeren keukengerei zou weer meer gebruikt gaan worden om mee te koken. En als je dan op de camping zit, dan kom je toch echt iedere keer aan het afwassen. Want ook de plastic bordjes en bestek die je dan zo lekker weg kan gooien, zijn er dan niet meer. De telefoons zullen verdwijnen, want die zijn ook van kunststof gemaakt. Dus misschien liggen dan overal touwen met blikken eraan, of gebruiken we de ouderwetse brieven weer. Vliegtuigen en auto's zullen er ook niet zijn of totaal anders uit zien. Want ook hierin zijn kunststoffen verwerkt. We zouden dus weer te paard, te voet, met houten schepen of met een fiets met houten wielen ons moeten gaan vervoeren. De kleren zouden van natuurlijke producten zijn. Enkele alternatieve mensen dragen nu ook dat soort kleding, en worden vaak als hippie betiteld. Kleding van wol, linnen, bamboe of hennep zou normaal worden. Het zou in het begin wennen zijn maar vaak zit dat soort kleding lekkerder en is het ook nog eens fijn luchtig in de zomer. Petjes, zonnebrillen en parasols zullen ook verdwijnen en veranderen. Parasols kunnen gemaakt worden van takken van bomen of grote bananenbladeren. De bananenbladeren kunnen tevens dienen om etenswaar mee in te pakken in plaats van vershoudfolie. IJskasten en diepvriezen zullen er ook niet zijn. Er zullen dus alternatieven gezocht moeten worden om het eten langer vers te houden. Misschien wel in dozen stoppen en die onder de grond zetten, veel inpekelen en in glazen potten bewaren. De verzorgingsproducten die we kennen zullen voor een deel verdwijnen omdat er toch iets van kunststof in is verwerkt, en de verpakkingen zullen ook anders worden. Waarschijnlijk gaan we terug naar vaste zeep die verpakt is in papier. Televisie is er niet, dus we zouden vaker naar het theater gaan of open lucht voorstellingen. We zouden veel spullen gaan missen, maar voor de meeste dingen is er wel een oplossing te vinden. Ook voor de natuur is het beter als er geen plastic zou zijn. Minder vervuiling door het maken, en minder vervuiling door alles wat iedereen zomaar de straat op gooit.
Iedereen zou een soort van "hippie" of "natuurfreak" worden en we zouden een heel stuk terug in de tijd gaan. Bijna alle moderne gemakken zouden verdwijnen waar dan een oplossing voor gezocht moet worden als men die toch wil houden. De natuur wordt er beter op, en de mensen zullen socialer worden. Je moet tenslotte naar mensen toe om te kletsen en je kan niet meer even op de pc alles checken. Ook televisie zal er niet of nauwelijks zijn, dus theater en opvoeringen worden weer populairder. Misschien wordt er wel een natuurvriendelijk alternatief gevonden voor plastic. Het is een goed ding dat nu plastic gescheiden wordt. Hiervan wordt je al iets bewuster van hoeveel er nu eigenlijk al plastic bevat. En kijk maar eens om je heen, en stel je maar eens voor dat alles wat een kunststof bevat weg is. We zouden houten spelletjes spelen en ons zelf misschien meer moeite moeten doen om ons te kunnen vermaken. Probeer eens 1 dag "plastic loos" te leven. Nadeel is wel dat plasticloos leven vaak een stuk duurder is. Maar wel beter voor het milieu!
Zowat alles wat je in je huis hebt staan heeft wel iets van plastic in zich. Ook de spullen die je aan hebt bevatten kunststoffen. Waarschijnlijk heb je wel iets in je kledingkast hangen/liggen waar Polyester op staat of Nylon. Stel je nu eens voor dat we de verschillende soorten plastic niet hebben ontdekt. Dan zou je nu waarschijnlijk (bijna) naakt mijn blog lezen. De meeste kleren uit je kast zouden verdwenen zijn. Tenminste, als die kast er nog staat. Maar mijn blog lezen zou ook moeilijk gaan, want mijn blog zou nooit geschreven kunnen zijn op internet omdat ik geen computer, toetsenbord, monitor en dergelijke tot mijn beschikking zou hebben. Het leven zou erg alternatief worden, en we gaan terug in de tijd. Je drinken zou niet meer in die mooie plastic fles zitten die zo lekker licht is. Nee, dit zou in een glazen fles zitten waarschijnlijk. Ook je kaas en vlees zou niet meer in die plastic verpakkingen maar ouderwets in papieren velletjes zijn gewikkeld. Thuis zou je ze dan waarschijnlijk in een glazen doos doen of een doos die gemaakt was van klei. Keramiek zou ook vaker voorkomen. Houten en ijzeren keukengerei zou weer meer gebruikt gaan worden om mee te koken. En als je dan op de camping zit, dan kom je toch echt iedere keer aan het afwassen. Want ook de plastic bordjes en bestek die je dan zo lekker weg kan gooien, zijn er dan niet meer. De telefoons zullen verdwijnen, want die zijn ook van kunststof gemaakt. Dus misschien liggen dan overal touwen met blikken eraan, of gebruiken we de ouderwetse brieven weer. Vliegtuigen en auto's zullen er ook niet zijn of totaal anders uit zien. Want ook hierin zijn kunststoffen verwerkt. We zouden dus weer te paard, te voet, met houten schepen of met een fiets met houten wielen ons moeten gaan vervoeren. De kleren zouden van natuurlijke producten zijn. Enkele alternatieve mensen dragen nu ook dat soort kleding, en worden vaak als hippie betiteld. Kleding van wol, linnen, bamboe of hennep zou normaal worden. Het zou in het begin wennen zijn maar vaak zit dat soort kleding lekkerder en is het ook nog eens fijn luchtig in de zomer. Petjes, zonnebrillen en parasols zullen ook verdwijnen en veranderen. Parasols kunnen gemaakt worden van takken van bomen of grote bananenbladeren. De bananenbladeren kunnen tevens dienen om etenswaar mee in te pakken in plaats van vershoudfolie. IJskasten en diepvriezen zullen er ook niet zijn. Er zullen dus alternatieven gezocht moeten worden om het eten langer vers te houden. Misschien wel in dozen stoppen en die onder de grond zetten, veel inpekelen en in glazen potten bewaren. De verzorgingsproducten die we kennen zullen voor een deel verdwijnen omdat er toch iets van kunststof in is verwerkt, en de verpakkingen zullen ook anders worden. Waarschijnlijk gaan we terug naar vaste zeep die verpakt is in papier. Televisie is er niet, dus we zouden vaker naar het theater gaan of open lucht voorstellingen. We zouden veel spullen gaan missen, maar voor de meeste dingen is er wel een oplossing te vinden. Ook voor de natuur is het beter als er geen plastic zou zijn. Minder vervuiling door het maken, en minder vervuiling door alles wat iedereen zomaar de straat op gooit.
Iedereen zou een soort van "hippie" of "natuurfreak" worden en we zouden een heel stuk terug in de tijd gaan. Bijna alle moderne gemakken zouden verdwijnen waar dan een oplossing voor gezocht moet worden als men die toch wil houden. De natuur wordt er beter op, en de mensen zullen socialer worden. Je moet tenslotte naar mensen toe om te kletsen en je kan niet meer even op de pc alles checken. Ook televisie zal er niet of nauwelijks zijn, dus theater en opvoeringen worden weer populairder. Misschien wordt er wel een natuurvriendelijk alternatief gevonden voor plastic. Het is een goed ding dat nu plastic gescheiden wordt. Hiervan wordt je al iets bewuster van hoeveel er nu eigenlijk al plastic bevat. En kijk maar eens om je heen, en stel je maar eens voor dat alles wat een kunststof bevat weg is. We zouden houten spelletjes spelen en ons zelf misschien meer moeite moeten doen om ons te kunnen vermaken. Probeer eens 1 dag "plastic loos" te leven. Nadeel is wel dat plasticloos leven vaak een stuk duurder is. Maar wel beter voor het milieu!
vrijdag 7 juni 2013
Eeuwig Oneindig
Er is een wet die gaat over het behoud van energie. Dit betekent dat de totale energie in een geïsoleerd systeem altijd constant blijft. Een perpetuum mobile is een toestel dat meer energie produceert dan het verbruikt. Dat betekent dat het eeuwig in beweging kan blijven. Volgens de wet van behoud van energie, is dit alleen mogelijk als dit geen energie afgeeft aan de omgeving. En dit is eigenlijk niet haalbaar. Maar wat als het wel mogelijk is om energie uit een perpetuum mobile te halen terwijl het in beweging blijft?
Er zijn veel wetenschappers geweest die hebben geprobeerd een perpetuum mobile te maken. De perpetuum mobile kan allerlei vormen hebben, en er zijn ook veel geprobeerd (zoals een soort wiel, blaasbalg en magneten). Alle machines bleken er niet in te slagen om geen energie aan hun omgeving af te staan. Daardoor was het niet mogelijk dat de perpetuum mobile eeuwig zou blijven bewegen. Stel je nu voor dat het een wetenschapper toch was gelukt om een perpetuum mobile te maken, waarvan we de energie konden gebruiken terwijl het apparaat oneindig door zou blijven bewegen. Die energie zouden we voor van alles kunnen gebruiken. De eerste vraag die opkomt is hoe groot dat apparaat zou moeten zijn en hoeveel energie deze opwekt. Als hij maar weinig energie afgeeft, heb je natuurlijk een hele grote nodig of enorm veel voor één huishouden te kunnen voorzien van energie. Dus dan zou je miljoenen nodig hebben voor heel Nederland. Dus misschien is het mogelijk dat er een wordt uitgevonden die ontzettend veel energie opwekt. Misschien wel zoveel dat er, per provincie bijvoorbeeld, maar 1 nodig is. Of per huishouden een kleintje, dat dan in verschillende uitvoeringen kan worden uitgegeven zodat het een soort kunstwerk word. Als het grote apparaten zijn, blijven de energiemaatschappijen natuurlijk van kracht. Zij verdelen dan de energie over de mensen die bij hun een abonnement hebben. Als ieder huishouden zelf een perpetuum mobile zou hebben, zijn energiemaatschappijen eigenlijk overbodig. Ieder heeft zijn eigen energie op wekker die gekocht is en die de energie het circuit in huis rondstuurt. Kerncentrales, watercentrales en zonnepanelen zouden ook allemaal overbodig worden. Veel mensen zouden werkeloos worden en er zal een belangrijke geldbron verdwijnen. Misschien kunnen de mensen die hun baan dan kwijt raken, wel kunnen werken bij de fabrieken waar de perpetuum mobile wordt gemaakt. Dan is het ook nog zo dat, zodat het apparaat eeuwig kan blijven bewegen, er dus een materiaal moet worden ontworpen dat nooit slijt of kapot gaat. Anders dan kan het niet eeuwig blijven bewegen en gaat het opeens stuk. Wanneer dat gebeurt is het de vraag of er een alternatief apparaat staat of dat we moeten terugvallen op oude energiebronnen. Als er niets is om op terug te vallen en het apparaat gaat kapot, zitten veel mensen zonder stroom. Maar als het kapot gaat, dan is het ook geen perpetuum mobile meer. De perpetuum mobile is vaak een machine die zijn eigen kracht opwekt en dus geen gebruik maakt van verbranding. Dit houdt in dat er geen afval stoffen zijn die de lucht in geblazen worden. Dus geen giftige dampen. Dit zou betekenen dat door de perpetuum mobile te gebruiken als energiebron, er een heel stuk minder lucht vervuiling is. En misschien wordt er zelfs iets ontwikkeld waardoor auto's en andere apparaten op een mini uitvoering kunnen werken. Tevens ben je niet afhankelijk van wind, water of zon. Maar vooral als het apparaat groot wordt, zullen er genoeg mensen bezwaar indienen wegens "horizon vervuiling".
De perpetuum mobile kan de huidige energiebronnen vervangen, en meehelpen aan een schoner milieu. Het zou, in mini uitvoeringen, gebruikt kunnen worden in apparatuur en vervoersmiddelen waardoor deze ook milieu vriendelijker zijn en batterijen overbodig worden. Nadeel is dat het onduidelijk is hoeveel energie opgewekt kan worden en hoeveel er dus nodig zijn om een huishouden te voorzien van stroom. Zodra duidelijk is hoeveel er nodig zijn voor 1 huishouden kun je berekenen hoeveel er dan wel niet nodig zijn voor een heel land. Dan moet je nog overwegen of je per huishouden 1 maakt of per provincie of land. Er zullen banen verdwijnen, omdat er geen andere energiebronnen nodig zijn en geen batterijen en dergelijke. Ook zal er eerst een materiaal uitgevonden moeten worden dat niet slijt, zodat het daadwerkelijk oneindig kan bewegen. Al met al zou het wel ideaal zijn voor een betere wereld. En ik heb liever een groot wiel bijvoorbeeld aan de horizon dan een kerncentrale en giftige gassen in de lucht.
Er zijn veel wetenschappers geweest die hebben geprobeerd een perpetuum mobile te maken. De perpetuum mobile kan allerlei vormen hebben, en er zijn ook veel geprobeerd (zoals een soort wiel, blaasbalg en magneten). Alle machines bleken er niet in te slagen om geen energie aan hun omgeving af te staan. Daardoor was het niet mogelijk dat de perpetuum mobile eeuwig zou blijven bewegen. Stel je nu voor dat het een wetenschapper toch was gelukt om een perpetuum mobile te maken, waarvan we de energie konden gebruiken terwijl het apparaat oneindig door zou blijven bewegen. Die energie zouden we voor van alles kunnen gebruiken. De eerste vraag die opkomt is hoe groot dat apparaat zou moeten zijn en hoeveel energie deze opwekt. Als hij maar weinig energie afgeeft, heb je natuurlijk een hele grote nodig of enorm veel voor één huishouden te kunnen voorzien van energie. Dus dan zou je miljoenen nodig hebben voor heel Nederland. Dus misschien is het mogelijk dat er een wordt uitgevonden die ontzettend veel energie opwekt. Misschien wel zoveel dat er, per provincie bijvoorbeeld, maar 1 nodig is. Of per huishouden een kleintje, dat dan in verschillende uitvoeringen kan worden uitgegeven zodat het een soort kunstwerk word. Als het grote apparaten zijn, blijven de energiemaatschappijen natuurlijk van kracht. Zij verdelen dan de energie over de mensen die bij hun een abonnement hebben. Als ieder huishouden zelf een perpetuum mobile zou hebben, zijn energiemaatschappijen eigenlijk overbodig. Ieder heeft zijn eigen energie op wekker die gekocht is en die de energie het circuit in huis rondstuurt. Kerncentrales, watercentrales en zonnepanelen zouden ook allemaal overbodig worden. Veel mensen zouden werkeloos worden en er zal een belangrijke geldbron verdwijnen. Misschien kunnen de mensen die hun baan dan kwijt raken, wel kunnen werken bij de fabrieken waar de perpetuum mobile wordt gemaakt. Dan is het ook nog zo dat, zodat het apparaat eeuwig kan blijven bewegen, er dus een materiaal moet worden ontworpen dat nooit slijt of kapot gaat. Anders dan kan het niet eeuwig blijven bewegen en gaat het opeens stuk. Wanneer dat gebeurt is het de vraag of er een alternatief apparaat staat of dat we moeten terugvallen op oude energiebronnen. Als er niets is om op terug te vallen en het apparaat gaat kapot, zitten veel mensen zonder stroom. Maar als het kapot gaat, dan is het ook geen perpetuum mobile meer. De perpetuum mobile is vaak een machine die zijn eigen kracht opwekt en dus geen gebruik maakt van verbranding. Dit houdt in dat er geen afval stoffen zijn die de lucht in geblazen worden. Dus geen giftige dampen. Dit zou betekenen dat door de perpetuum mobile te gebruiken als energiebron, er een heel stuk minder lucht vervuiling is. En misschien wordt er zelfs iets ontwikkeld waardoor auto's en andere apparaten op een mini uitvoering kunnen werken. Tevens ben je niet afhankelijk van wind, water of zon. Maar vooral als het apparaat groot wordt, zullen er genoeg mensen bezwaar indienen wegens "horizon vervuiling".
De perpetuum mobile kan de huidige energiebronnen vervangen, en meehelpen aan een schoner milieu. Het zou, in mini uitvoeringen, gebruikt kunnen worden in apparatuur en vervoersmiddelen waardoor deze ook milieu vriendelijker zijn en batterijen overbodig worden. Nadeel is dat het onduidelijk is hoeveel energie opgewekt kan worden en hoeveel er dus nodig zijn om een huishouden te voorzien van stroom. Zodra duidelijk is hoeveel er nodig zijn voor 1 huishouden kun je berekenen hoeveel er dan wel niet nodig zijn voor een heel land. Dan moet je nog overwegen of je per huishouden 1 maakt of per provincie of land. Er zullen banen verdwijnen, omdat er geen andere energiebronnen nodig zijn en geen batterijen en dergelijke. Ook zal er eerst een materiaal uitgevonden moeten worden dat niet slijt, zodat het daadwerkelijk oneindig kan bewegen. Al met al zou het wel ideaal zijn voor een betere wereld. En ik heb liever een groot wiel bijvoorbeeld aan de horizon dan een kerncentrale en giftige gassen in de lucht.

vrijdag 31 mei 2013
Zien is Voelen
Deze keer weer een "waarom?"-blog. Iedereen heeft wel eens een snee of een wond(je) ergens. De ene keer weet je hoe het er komt, de andere keer vraag je je af hoe je dat nu weer hebt gedaan. Vaak zijn het de kleinste sneetjes die het meeste pijn doen. Schaafwonden doen vaak ook meer pijn dan een diepe snee. Hoe dan ook, een snee hebben doet vaak pijn. Als je niet weet hoe het wondje er komt of dat het er überhaupt zit, zul je het vaak pas voelen als je er op duwt of het nat maakt of (en daar wil ik het over hebben) het ziet. Hoe komt het dat een wondje vaak pas pijn gaat doen als je het ziet?
Het gebeurt wel eens dat je jezelf aan papier snijd zonder dat je er erg in hebt. Je gaat gewoon met door met dagelijkse bezigheden en merkt niets. Tegen de avond zit je lekker op de bank en je kijkt, om wat voor een reden dan ook, naar je handen. Je ziet het sneetje. Als eerste begin je je af te vragen waar dat vandaan komt. Tot dan toe doet het nog geen pijn. Als je dan weet hoe hij daar komt, begint het pijn te doen. Om de een of andere reden beginnen je hersenen dus dan pas de pijnzenuwen aan te sturen of iets dergelijks. Dit gebeurt ook soms als je een snee hebt waarvan je niets weet, en je wast je handen of gaat onder de douche. Dan pas begint het pijn te doen, omdat het dan nat wordt. Heel raar, want je zou denken dat het pijn gaat doen zodra je de snee hebt gekregen en je dus een wond(je) hebt. Zelf heb ik zelfs al eens een flinke kras in m'n nek gehad (van de rits van een jas), die pas pijn begon te doen toen ik hem had gezien. Heel raar, aangezien mijn ketting er eigenlijk de hele tijd langs ging en dus al lang pijn had moeten doen. Om een bepaalde reden hebben je hersenen niet door dat je een wondje hebt dat eigenlijk pijn moet doen. Ze krijgen dus ook geen pijn signaal door. Als je bewust wordt van je wondje, zullen je hersenen misschien een soort fantoompijn creeeren op die plek van de wond. Of ze activeren de pijnzenuwen en deze merken dan "Och we hebben inderdaad een wond" en sturen dan alsnog de pijnprikkels door. Met vocht kan het zo zijn dat het water, en de stofjes die daarin zitten, een of andere bijtende reactie hebben waardoor gelijk de pijnzenuwen worden geprikkeld. Er is dus iets dat ervoor zorgt dat je soms niet merkt dat je huid (en misschien nog wat vlees) kapot is, hoewel de zenuwen wel nog in takt zijn. Misschien is het gewoon een denkbeeldige pijn. Fantoompijn ook wel genoemd. Dus dat het eigenlijk helemaal geen pijn doet, maar omdat je ziet dat je een wondje hebt, je hersenen toch het signaal geven dat je pijn hebt. Hoewel dit dan misschien helemaal niet zo is. Vaak is het dan ook zo dat als je weer iets gaat doen en je gedachten dus van je pijn afleid, de pijn ook weer stopt. Fantoompijn komt vaak voor bij mensen die een lichaamsdeel geamputeerd hebben. Deze krijgen dan pijn aan bijvoorbeeld hun voet, terwijl ze deze niet eens meer hebben. Het kan dus zijn dat de pijn ook zo werkt bij een wondje dat je nog niet hebt gevoeld tot je het ziet. Denk maar eens heel lang dat je bijvoorbeeld pijn in je voet hebt. De kans is groot dat je na een tijdje ook echt pijn krijgt in je voet. Je ziet dus een snee, en je hersenen denken "HEEEEY EEN SNEE!!! NORMAAL DOET IE PIJN!! AUWAUWAUW" en hoppa, je hebt pijn aan je snijwond.
Hoe het komt dat een snee soms pas pijn gaat doen zodra je hem ziet, is mij een raadsel. Het meest logische lijkt mij dat de hersenen pas bij het zien een teken krijgen dat normaliter een (snij)wond pijn doet, en ze dan pas daadwerkelijk de pijn laten voelen. Vaak is het ook nog zo, hoe kleiner het wondje hoe meer pijn het doet. Dit zal vast met de diepte van het wondje te maken hebben en de eventuele tijdelijke beschadiging van zenuwen of iets dergelijks. Verder zal veel van de pijntjes volgens mij een reactie zijn van onze hersenen en zijn ze meer psychisch dan lichamelijk. Ik wil niet zeggen dat pijn verzonnen is, maar je kunt wel pijn creeeren door te denken dat iets pijn doet. Zo zie je dat het lichaam ingewikkeld is en dat de hersenen een grote rol spelen. Probeer er maar eens op te letten of je ook pas pijn krijgt als je het wondje ziet. Vooral bij kleinere wondjes.
Het gebeurt wel eens dat je jezelf aan papier snijd zonder dat je er erg in hebt. Je gaat gewoon met door met dagelijkse bezigheden en merkt niets. Tegen de avond zit je lekker op de bank en je kijkt, om wat voor een reden dan ook, naar je handen. Je ziet het sneetje. Als eerste begin je je af te vragen waar dat vandaan komt. Tot dan toe doet het nog geen pijn. Als je dan weet hoe hij daar komt, begint het pijn te doen. Om de een of andere reden beginnen je hersenen dus dan pas de pijnzenuwen aan te sturen of iets dergelijks. Dit gebeurt ook soms als je een snee hebt waarvan je niets weet, en je wast je handen of gaat onder de douche. Dan pas begint het pijn te doen, omdat het dan nat wordt. Heel raar, want je zou denken dat het pijn gaat doen zodra je de snee hebt gekregen en je dus een wond(je) hebt. Zelf heb ik zelfs al eens een flinke kras in m'n nek gehad (van de rits van een jas), die pas pijn begon te doen toen ik hem had gezien. Heel raar, aangezien mijn ketting er eigenlijk de hele tijd langs ging en dus al lang pijn had moeten doen. Om een bepaalde reden hebben je hersenen niet door dat je een wondje hebt dat eigenlijk pijn moet doen. Ze krijgen dus ook geen pijn signaal door. Als je bewust wordt van je wondje, zullen je hersenen misschien een soort fantoompijn creeeren op die plek van de wond. Of ze activeren de pijnzenuwen en deze merken dan "Och we hebben inderdaad een wond" en sturen dan alsnog de pijnprikkels door. Met vocht kan het zo zijn dat het water, en de stofjes die daarin zitten, een of andere bijtende reactie hebben waardoor gelijk de pijnzenuwen worden geprikkeld. Er is dus iets dat ervoor zorgt dat je soms niet merkt dat je huid (en misschien nog wat vlees) kapot is, hoewel de zenuwen wel nog in takt zijn. Misschien is het gewoon een denkbeeldige pijn. Fantoompijn ook wel genoemd. Dus dat het eigenlijk helemaal geen pijn doet, maar omdat je ziet dat je een wondje hebt, je hersenen toch het signaal geven dat je pijn hebt. Hoewel dit dan misschien helemaal niet zo is. Vaak is het dan ook zo dat als je weer iets gaat doen en je gedachten dus van je pijn afleid, de pijn ook weer stopt. Fantoompijn komt vaak voor bij mensen die een lichaamsdeel geamputeerd hebben. Deze krijgen dan pijn aan bijvoorbeeld hun voet, terwijl ze deze niet eens meer hebben. Het kan dus zijn dat de pijn ook zo werkt bij een wondje dat je nog niet hebt gevoeld tot je het ziet. Denk maar eens heel lang dat je bijvoorbeeld pijn in je voet hebt. De kans is groot dat je na een tijdje ook echt pijn krijgt in je voet. Je ziet dus een snee, en je hersenen denken "HEEEEY EEN SNEE!!! NORMAAL DOET IE PIJN!! AUWAUWAUW" en hoppa, je hebt pijn aan je snijwond.
Hoe het komt dat een snee soms pas pijn gaat doen zodra je hem ziet, is mij een raadsel. Het meest logische lijkt mij dat de hersenen pas bij het zien een teken krijgen dat normaliter een (snij)wond pijn doet, en ze dan pas daadwerkelijk de pijn laten voelen. Vaak is het ook nog zo, hoe kleiner het wondje hoe meer pijn het doet. Dit zal vast met de diepte van het wondje te maken hebben en de eventuele tijdelijke beschadiging van zenuwen of iets dergelijks. Verder zal veel van de pijntjes volgens mij een reactie zijn van onze hersenen en zijn ze meer psychisch dan lichamelijk. Ik wil niet zeggen dat pijn verzonnen is, maar je kunt wel pijn creeeren door te denken dat iets pijn doet. Zo zie je dat het lichaam ingewikkeld is en dat de hersenen een grote rol spelen. Probeer er maar eens op te letten of je ook pas pijn krijgt als je het wondje ziet. Vooral bij kleinere wondjes.
vrijdag 24 mei 2013
In een sneeuwbolletje
Vorige keer had ik een waarom blog. Dit is volgens mij ook wel goed in de smaak gevallen. Vanaf nu zal er dus ook af en toe een "waarom" blog ertussen volgen. Toch nu weer een "Wat als". Je kent die sneeuwbollen vast wel, die je op vakantie kunt kopen in een souvenirwinkel Bijvoorbeeld een bol met de Eiffeltoren erin, en als je ermee schud, sneeuwt het. Als hij kapot valt, loopt het water eruit, en vaak is de binnenkant ook beschadigd. Het zijn hele grappige dingen. Wat nou als ons heelal ook in zo'n bolletje zat, dat door iemand anders wordt "bewaakt"?
Stel je voor dat ons heelal ook in zo een sneeuwbol zat. Als je dan ontzettend ver de lucht en ruimte in zou vliegen zou je opeens tegen een glazen wand aanbotsen. Misschien staat de sneeuwbol met ons erin wel op de schoorsteenmantel bij een ander soort wezen, dat duizenden malen groter is dan wij. Als hij dan met de sneeuwbol schud, krijgen wij sneeuw of regen. Soms hebben mensen het gevoel dat er naar hun gekeken wordt. Misschien komt dat dan wel omdat dat grote wezen naar de sneeuwbol is aan het kijken. Waarschijnlijk kan hij ons dan niet zien, want anders zouden wij ook een enorm groot oog moeten kunnen zien. Als diegene wel weet dat er in zijn sneeuwbol een heelal zit, dan zal deze de sneeuwbol natuurlijk heel voorzichtig behandelen. Als er te hard met de bol geschud wordt, kunnen wij dat wellicht voelen als een aardbeving. In zo'n bol zit meestal ook een luchtbel. Misschien zorgt die luchtbel juist voor de wind. Als de luchtbel snel langskomt, ontstaat er wind. Nu is de vraag, hoe kan het dan dat we niet onderwater zitten, en het water van de oceanen zich niet mengen met het water in de bol. Het is mogelijk dat wij het water niet voelen en het niet als nat ervaren. Of het is gewoon een sneeuwbol zonder water en sneeuw. Dat we gewoon als een soort model in een glazen bol zitten opgesloten die op de tafel bij een groter wezen staat. Dit zou al logischer zijn. Dus dan drijven wij met de aarde in een bolletje gevuld met de rest van het heelal. Als we dan toevallig op de kachel staan, en deze maken de wezens aan, dan heeft de kant die het dichtst bij de kachel is zomer. Als het tocht, is het kouder en heeft die kant winter. We zijn dan afhankelijk van onze "bezitter" hoe het met ons gaat en hoe het met ons zal aflopen. Als de bezitter van de bol niet voorzichtig is en ons laat vallen, zullen we dat op aarde misschien ervaren als een ramp waarbij iedereen, of in ieder geval de meeste, aan overlijden. Als iemand heel hard ermee schud, dan krijgen we andere natuurrampen zoals aardbevingen en vulkaan uitbarstingen en overstromingen. Misschien schudden ze wel zo hard, dat een van de andere planeten of kometen in het heelal, onze kant op wordt geslingerd. We worden dus beschermd, maar als de bol in de foute handen raakt, dan zijn we ontzettend in gevaar. Misschien ken je het effect dat als je een spiegel neer zet en ertegenover nog een, dat het een oneindige tunnel geeft. Het zou zomaar kunnen dat dat met de heelal bollen ook zo is. Wij zitten met ons heelal in een bolletje. Dit bolletje staat bij een groter wezen in de woonkamer. Maar dat wezen zit met zijn heelal misschien ook in een bol. En ga zo maar door. Het zou ook zomaar kunnen dat de bol open te klappen is, en de bezitter er dingen in kan veranderen. Direct op de aarde, of gewoon ergens in het heelal. Misschien vind hij de kleuren van de aarde niet mooi en verft hij de aarde Roze met Oranje. Of hij voegt wat gebouwen toe, als de aarde meer in het middelpunt staat. Als het heelal in zijn geheel zichtbaar is, dan zal alles heel klein zijn. Dus misschien haalt hij allemaal planeten en sterren weg, zodat de focus meer op de aarde en zon komt te liggen.
Het feit dat iemand over onze veiligheid beslist is een eng idee. De bezitter moet zorgvuldig met de bol omgaan om ervoor te zorgen dat er geen rampen gebeuren. Als er hard geschud wordt, kunnen allerlei rampen ontstaan die misschien het gevolg zijn van dat schudden. We weten niet of het zo is dat we in een bol zitten, omdat we nog nooit tot het eind van het heelal gegaan zijn. Op aarde zal weinig veranderen lijkt me, daar we niet direct merken dat we opgesloten zitten in een bol. Behalve als de bezitter natuurlijk dingen kan wijzigen in de bol. Het verdwijnen van de sterren in zwarte gaten is dan opgelost. De zwarte gaten is dan gewoon de plek waar de bezitter de sterren weg heeft gehaald. Bekeken worden alsof je een object in een tentoonstelling bent. Misschien, als we ons goed gedragen, schud de bezitter niet zoveel meer en hebben we minder rampen.
vrijdag 17 mei 2013
Jouw kant, Mijn kant
Normaal gesproken gaan mijn blogs over "Wat als" vragen. Dit keer is het anders, namelijk een "Waarom" vraag. Gewoon eens kijken wat jullie daarvan vinden. Het zijn onderwerpen waarvan ik me afvraag waarom het zo is, en waar ik zelf nog geen antwoord op heb kunnen vinden. De eerste waarom blog gaat over iets waar ik in mijn eigen omgeving achter ben gekomen. De meeste vrouwen in mijn omgeving, slapen links in een tweepersoonsbed. Ongeacht hoe de kamer eruit ziet, slapen ze meestal aan de linker kant. Maar waarom slapen de meeste vrouwen (in mijn omgeving) aan de linker kant?
Veel mensen hebben een tweepersoonsbed, ook al zijn ze maar alleen. Toch slapen de meeste dan aan een bepaalde kant, hoewel ze het hele bed voor zichzelf hebben. En vaak is het zo, dat de vrouwen aan de linkerkant in bed slapen. Zelf slaap ik ook aan de linkerkant van het bed. En dan bedoel ik links als je erin ligt, en niet links als je ervoor staat en ernaar kijkt. Het kan zijn dat het iets van vroeger is, waardoor de vrouwen vroeger meestal links in bed moesten gaan liggen. En dat dat onbewust nog altijd wordt gedaan. Misschien is het omdat de linkerkant dichter bij de wc is. Want vrouwen moeten tenslotte vaker naar de wc dan mannen wordt altijd gezegd. Maar voor mijzelf geldt het niet dat het dichterbij is. Want ik slaap aan de linkerkant, maar de rechterkant van het bed is echt dichter bij de wc. Het ligt natuurlijk eraan tegen welke muur je het bed zet of de linkerkant van het bed dichter bij de deur en wc is. Maar ook al is het verder weg, en moeten vrouwen vaker het bed uit, slapen de meeste die ik ken toch links in het bed. Rechts gaat altijd voor in het verkeer, en bijna iedereen is rechtshandig. Rechts is dus "beter" dan links. Vroeger telden vrouwen niet mee, en was de man "beter". Dit is in sommige culturen nog altijd zo. Misschien dat dat er iets mee te maken heeft dat vrouwen aan de linker kant slapen. Want links doet er niet zo toe, dus de vrouwen moeten maar links slapen. En omdat je dan je moeder links ziet slapen, ga je zelf onbewust misschien ook eerder voor de linkerkant om te slapen. En zo gaat dat dan generatie op generatie door, waardoor veel vrouwen nu nog altijd aan de linkerkant slapen. Het kan ook zijn dat vroeger altijd de rechterkant van het bed naar de deur stond, en de linker dus richting het raam. De mannen zijn sterker en moeten de vrouwen en kinderen beschermen. Door aan de rechterkant te liggen kunnen ze dan snel het bed uit bij gevaar, zoals inbrekers. Misschien is het wel zo dat vroeger in een bedstee de man aan de rechterkant lag, tegen de muur dus, en de vrouw links. Zodat ze snel het bed uit kon als er wat was met de kinderen. Wat me ook opvalt is dat als je in een hotel komt waar er twee eenpersoonsbedden staan, en je zou ze niet tegen elkaar schuiven, dat ook dan de vrouw in het linker bed gaat liggen. De trouwring wordt ook bijna altijd aan de linkerhand gedragen. Als je gaat trouwen, geef je elkaar de linkerhand. Dus wie weet is dat wel de reden waarom vrouwen vaak links slapen. Dat dat betekent dat je er voor elkaar bent, en je van elkaar houdt en vertrouwd. Er zullen vast ook genoeg vrouwen zijn die gewoon rechts slapen, of die het totaal niet uitmaakt waar ze slapen. Sommige vrouwen die slapen zelfs in een eenpersoonsbed meer aan de linkerkant dan in het midden. Ik sliep altijd links omdat we in een eenpersoonsbed lagen, en ik dan tegen de muur lag. Zo kon ik tenminste niet uit bed vallen. Toen er een tweepersoons bed kwam ben ik ook links gaan liggen. Want dat was aan de kant van het raam. Dus misschien is dat ook een reden waarom veel vrouwen kiezen om links te slapen, het is dichter bij het raam. Tenzij je bed natuurlijk andersom staan.
Waarom vrouwen vaker links liggen dan rechts weet ik niet zeker. Wel is me duidelijk dat het zo is. Misschien is het een gewoonte of gewoon puur toeval. Zelf denk ik dat we naar het begin van tweepersoons bedden moeten kijken, en dat we vervolgens gewoon onze ouders nadoen. Sliep mama links, dan slaap je zelf later ook links. Sliep mama rechts, dan slaap je rechts. Soms zeggen de mannen waar je moet slapen, vooral als je ze vaak wakker houd als je om het bed moet hobbelen als je naar de wc moet gaan. Wat denk jij waarom vrouwen links slapen?
Dit was mijn eerste "waarom" blog. Ik hoor graag van jullie wat jullie ervan vonden. Maar wat als jullie dit helemaal niets vonden?
vrijdag 10 mei 2013
Poppen dansen op tafel
Speelgoed is niet alleen leuk maar zeer zeker ook leerzaam. Je motoriek wordt beter door het bouwen met blokjes, je leert geluidjes door je geluidenboekje en je kunt het alfabet en getallen leren. Door met poppen, auto's en andere figuren te spelen, worden scenario's verzonnen. Dit ontwikkelt de fantasie en creativiteit. Zodra je klaar bent met spelen verdwijnt alles netjes op de planken of in een doos en daar wacht je speelgoed tot je weer gaat spelen. Tenminste, dat denken we. Wat als je speelgoed tot leven komt zodra je weg bent of slaapt?
Iedereen heeft speelgoed gehad. Een knuffeltje, auto's, lego, barbie poppen enzovoorts. Het speelgoed lag los in je kamer of netjes in een kast of doos. Soms ging je dan met je ouders weg en liet je dus je speelgoed achter. Je gaat er vanuit dat het daar braaf blijft liggen als je weg bent. Maar misschien gebeurt dat wel niet, en komt alles tot leven zodra je de deur uit bent of lekker in dromenland bent. Op mijn bureau staan een aantal figuurtjes. Een Donald Duck, een hertje van Bambi, een pinguin, Pluto en nog een aantal. Misschien komen deze wel tot leven als ik bijvoorbeeld naar school ga. Pluto begint te kwispelen en snuffelt mijn bureau af. Misschien vind hij nog een kruimeltje van een boterham dat hij dan op peuzelt Donald zal met zijn pech wel struikelen over de kabel van mijn koptelefoon. Het hertje gaat spelen met de schildpad en wasbeer. Het zou zomaar kunnen. Misschien gaan ze zelfs op onderzoek door het huis. Dus als er iets om ligt als je thuis kwam, was het misschien niet de kat maar een stuk speelgoed. Als je dan onverwacht thuis komt, vind je ze misschien wel midden op de gang of in de kamer. Want ze hadden niet genoeg tijd om terug te rennen naar hun oorspronkelijke plaats. Als je ouder wordt, stop je vaak je speelgoed in dozen die dan de zolder op gaan. In feite laat je ze dan voor hele lange tijd alleen. Ze zullen dan, als dat zo zou zijn, bijna continu aan het "leven" zijn. Nadeel voor hun is dat de dozen vaak dicht geplakt zijn en er geen gaten zijn waardoor ze naar buiten kunnen kruipen. Als dat wel zo is, houden ze misschien wel feestjes op zolder. Gezellig met z'n allen thee drinken, of dat de auto's een race houden. Dat geluid wat je dan hoort op zolder, is dus niet het hout dat aan het werken is, maar zijn gewoon je oude speeltjes die gezellig samen zijn. Misschien kunnen ze ook wel al dingen zien en horen als je er bent maar bewegen ze dan niet. Als je dus uit de douche komt en je gaat aankleden op de slaapkamer, kun je misschien beter die lieve teddybeer even omdraaien voor je je handdoek afgooit. Zodra mensen weten dat speelgoed tot leven komt als mensen weg zijn, zouden ze iets kunnen verzinnen om met het speelgoed te kunnen communiceren. Dus dat het speelgoed al tot leven komt als men er toch bij in de buurt is. Op deze manier zou speelgoed als spionage apparatuur gebruikt kunnen worden. Als je dan wilt weten of je vrienden of vriendinnen iets voor je verjaardag plannen, kun je de vermoedelijke organisator een knuffeltje of figuurtje kunnen geven. Deze vangt dan de gesprekken voor je op en vertelt je 's avonds (als de organisator slaapt) wat ze van plan zijn. Maar dit even terzijde. Speelgoed verouderd. Tegenwoordig is er veel speelgoed te krijgen met batterijen erin. De vraag is dan of deze alleen tot leven kunnen komen als de batterijen het nog doen of dat ze, net als het speelgoed zonder batterij, toch tot leven komen ondanks de lege batterij. En wanneer stoppen ze met tot leven komen? Misschien wel nooit of tot het moment dat ze vernietigd worden.
Speelgoed dat tot leven komt. Sommige kinderen hebben maar een of twee stuks speelgoed, terwijl anderen de hele kamer vol hebben staan. De volgende keer als je het huis uitgaat denk je wel twee keer na over hoe je je speelgoed achterlaat. En als je je uitkleed of je vriendje/vriendin is bij je, draai je de teddybeer misschien ook wel om. Alle geluiden die je niet kunt verklaren, zijn misschien wel afkomstig van het speelgoed dat het naar hun zin heeft. Misschien kun je een verstopte camera plaatsen, dan kun je je speelgoed eens in de gaten houden. Moet je bij het installeren ervan wel even al je speelgoed uit de kamer doen. En stel je voor dat het speelgoed ook gevoel heeft. Kinderen gooien met speelgoed, slepen het door de modder en het water. Sommige kinderen slopen zelfs expres hun speelgoed. Als het gevoel zou hebben, zou dit veel pijn doen. Misschien moeten we bewuster worden van hoe we met ons speelgoed, en andere spullen, omgaan.
Abonneren op:
Posts (Atom)